Wereldwijd hebben spelersmakelaars in 2023 een bedrag van 814 miljoen euro (888 miljoen dollar) aan commissies verdiend op internationale transfers in het mannenvoetbal. Dat is bij uitstek een record. Dat blijkt uit een onderzoek van de FIFA, waarvan de conclusies vandaag werden wereldkundig gemaakt.
In vergelijking met vorig jaar (623,2 miljoen dollar/570 miljoen euro) gaat het om een stijging van 42,5 procent. Het is ook meer dan een derde boven het oude record uit 2019 (654,7 miljoen dollar/599 miljoen euro).
De Europese clubs zochten het meest hun toevlucht tot makelaars, goed voor 86,6 procent van de opbrengsten.
Weinig verrassend zijn het de Engelse clubs, die met 280 miljoen dollar (256 miljoen euro) de grootste inbreng hebben. Daarna volgen de teams uit Saudi-Arabië met 86 miljoen dollar (79 miljoen euro).
In totaal werden 3.353 internationale transfers met een spelersmakelaar geregistreerd. Dat is ook een record. "Dat betreft 15,4 procent van alle transfers, een stijging van 8,4 procent tegen 2022."
In de studie wordt geen rekening gehouden met binnenlandse transfers, zodat het echte bedrag dat spelersmakelaars in 2023 hebben verdiend nog veel hoger ligt.
1,4 miljoen in vrouwenvoetbal
De FIFA heeft intussen wel een regelgeving uitgewerkt om bonussen voor spelersmakelaars in te perken, maar daartegen lopen verschillende juridische procedures.
De FIFA bericht daarnaast ook dat de verdiensten van spelersmakelaars in het vrouwenvoetbal dit jaar voor het eerst de kaap van een miljoen dollar hebben overschreden.
In totaal waren er 125 deals met tussenpersonen en die waren samen goed voor 1,4 miljoen dollar (1,28 miljoen euro) aan premies.