Ga naar de inhoud

Door één sleutelmoment ging de spaarpot open: hoe Saudi-Arabië het voetbal door elkaar schudt

 do 10 augustus 2023 08:14
Karim Benzema is een van de toptransfers voor de Saudi Pro League.

Op een paar maanden tijd van niemandsland naar sterrenoord. Saudi-Arabië zette zichzelf in een sneltempo op de voetbalkaart met de ene toptransfer na de andere. Maar hoe en met wiens geld deed het dat eigenlijk? Een verhaal over dominosteentjes, een grote spaarpot, maar ook een poortwachter.

"Op een bepaald moment kreeg ik een aanbieding van een Saudische club via mijn makelaar. Ze boden een netto jaarsalaris van 1,8 miljoen euro. Ik weigerde om familiale redenen. Amper een paar uur later kwam er een verbeterd voorstel: 2,8 miljoen euro. Opnieuw bedankte ik. De volgende dag deden ze een laatste poging... 3,8 miljoen netto. Nog nooit meegemaakt."

 

Aan het woord is een verdienstelijke flankaanvaller die ooit furore maakte in onze competitie. Nog steeds verbluft door het gemak waarmee een Saudische club zijn potentiële loon in amper 24 uur tijd vermenigvuldigde.

 

De anekdote van de ex-kampioen, die trouwens ook het ultieme bod weigerde, toont aan hoe drastisch de nieuwe grootmacht in het voetbal wel niet te werk gaat.

Geen dag passeerde de jongste maanden of een Saudisch superbod baarde opzien. Van 120 miljoen euro per jaar voor gouden bal Karim Benzema tot een poging van 700 miljoen (!) om Kylian Mbappé te verleiden.

 

Geld is duidelijk geen probleem.

Spaarpotje van 600 miljard

Maar waar komt het eigenlijk vandaan? En waarom wordt er net nú zo kwistig mee gestrooid?

 

Voor we met antwoorden komen, eerst deze opmerkelijke vaststelling: van de 18 eersteklassers in de Saudi Pro League zijn er eigenlijk slechts vier die meer spendeerden dan pakweg Club Brugge (24 miljoen).

Club Uitgaven
Al-Hilal 178 miljoen
Al-Ahli 92,5 miljoen
Al-Nassr 78 miljoen
Al-Ittihad 75 miljoen

Het kransje big spenders is dus relatief beperkt - en da's allerminst toeval.

 

De vier uitverkozen clubs - allemaal grootmachten met een enorme achterban - vielen recent allemaal in handen van het Public Investment Fund, het Saudische staatsinvesteringsfonds dat een spaarpot van 600 miljard (!) euro telt.

 

Via die middelen wil Saudi-Arabië zich tegen 2030 opwerpen als droomlocatie voor lokale inwoners en toeristen. Geen gesloten gemeenschap met conservatief imago meer, maar een land dat zelfs zonder oliedollars vooruit wil.

 

Kroonprins Mohammed bin Salman - hoofdbeheerder van het fonds - beseft dat ook voetbal op dat vlak een belangrijke hefboom kan zijn.

 

Zeker toen hij jaloers moest toekijken hoe de kleine buur (en rivaal) Qatar met de aandacht van de hele wereld ging lopen tijdens het WK voetbal.

 

Eén sleutelmoment bracht het hele plan in een stroomversnelling. Door de verrassende komst van Cristiano Ronaldo naar Al-Nassr kreeg ook Bin Salman, die volgens de CIA ooit een kritische journalist liet vermoorden, de kans om zijn oliestaat op de sportieve kaart te zetten.

 

De machtige royal greep het momentum met beide handen door het PIF-geld aan te wenden en meteen alle topclubs vooruit te helpen.

Smeken om nummers

Alleen: hoe werkt dat systeem eigenlijk in de praktijk? Hebben de vier PIF-clubs een bankkaart waarop echt geen limiet staat?

 

"Het ministerie van Sport stelt de budgetten voor alle clubs op", weet de Belgische voetbalomnivoor Jan Van Winckel, die jarenlang aan de slag was bij de Saudische bond en topclubs zoals Al-Ahli.

 

"Stel dat er een ploeg is die een transfer wil doen die de limiet overschrijdt, zoals Benzema, dan moet er goedkeuring worden gevraagd aan het ministerie of de beheerders van het fonds. Al kunnen de voorzitters -  rijke zakenmannen of prinsen - nog altijd op eigen risico hun privémiddelen aanwenden."

Dit is ongetwijfeld nog maar het begin.

Jan Van Winckel

Het zal u niet verbazen dat de kans om snel rijk te worden de interesse voor transfers naar Saudi-Arabië deed boomen. Zowel bij spelers, verkopende clubs als vele tussenpersonen.

 

"Er zijn Far West-toestanden aan de gang", omschreef spelersmakelaar Stijn Francis de huidige situatie onlangs.

 

"Men goochelt met enorme bedragen, soms zelfs zonder dat duidelijk is of er effectief een club achter een voorstel zit. Het is op zo een moment moeilijk in te schatten wie ernstig te nemen valt en wie niet."

 

Van Winckel kan erover meespreken.

 

Sinds de oliestaat zich ontpopte tot (financiële) droombestemming, staat zijn smartphone geen seconde meer stil. Van spelers die polsen naar opties tot bestuurders en makelaars die smeken om het telefoonnummer van Saudische beslissers.

 

Het vaakst gevraagd: de contactgegevens van Saad Al-Lazeez, door The New York Times omschreven als "momenteel de machtigste man in het voetbal".

Saad Al-Lazeez, de poortwachter van het Saudische voetbal.

Als CEO van de Saudische competitie bepaalt hij namelijk welke spelers in het Saudische masterplan passen en welke niet. Maar figuren die rommel hopen te slijten, zullen zelfs niet tot bij de poortwachter geraken: alleen het beste is goed genoeg.

Naar verluidt zijn er zelfs maar twee Europese makelaarskantoren waarmee Al-Lazeez in direct contact wil staan.

 

"Ik vind dat ze het fantastisch aanpakken", evalueert Van Winckel. "En dit is ongetwijfeld nog maar het begin."

 

"Weet je, buiten wat oude vedetten kreeg je vroeger niemand warm voor Saudi-Arabië. Er was een negatieve perceptie en mensen vonden dat de competitie geen niveau haalt. Onzin, natuurlijk. Alleen was er een dominosteentje zoals Ronaldo nodig om alles in gang te zetten."

 

't Is nu afwachten hoeveel er straks nóg omvallen.