Als het van de Pro League afhangt, vertrekt geen enkele Belgische profclub naar een zonnige bestemming voor de gebruikelijke winterstage in januari. De clubs lijken zich daarnaar te schikken. "Wij bekijken hoe we een stage kunnen organiseren in ons eigen trainingscentrum", zegt CEO van Anderlecht Karel Van Eetvelt.
De Pro League heeft in een mail naar alle profclubs zijn leden "dringend verzocht" om in coronatijden in België te blijven en niet naar het buitenland te trekken.
Het algemeen advies van de dienst Buitenlandse Zaken om niet te reizen, speelt daarbij mee, maar ook de mogelijkheid dat spelers of hele teams in quarantaine moeten bij terugkomst, terwijl de kalender al zo vol zit.
Een rondvraag bij enkele clubs leert ons dat veel clubs zich zullen houden aan het advies. Ze beschouwen het als "hoogst onwaarschijnlijk" of "99 procent zeker van niet" dat ze naar het buitenland trekken deze winter. Anderlecht heeft de knoop al definitief doorgehakt.
"Tijdens de afgelopen zomer was er nog veel onduidelijkheid over deze winterperiode en hebben we een dubbele planning gemaakt. Het plan om een winterstage te doen in het buitenland hebben we door de omstandigheden vrij snel verlaten", zegt CEO van Anderlecht, Karel Van Eetvelt.
"We bekijken nu de mogelijkheden om in België een stage te organiseren, maar de kans dat we ons verplaatsten zal klein zijn. We gaan bekijken hoe we het kunnen organiseren binnen ons eigen trainingscentrum."
"De facto wordt buitenlandse stage moeilijk gezien verschoven bekermatch"
Voetballers trekken graag op winterstage naar bijvoorbeeld de Spaanse of Qatarese zon. Dat is niet enkel aangenaam, maar ook nuttig zegt Karel Van Eetvelt. "Het is het moment dat je een tweede keer in het seizoen aan conditieopbouw kan doen en het is gekoppeld aan rustperiodes. Dat is belangrijk om aan blessurepreventie te doen en spieren en pezen rust te gunnen."
Maar clubs beseffen zelf ook de risico's van op winterstage gaan. Er is een verhoogd besmettingsrisico omdat ze verblijven in een hotel met andere gasten en trainen in trainingscomplexen, die met andere clubs gedeeld worden.
Ook praktisch wordt het moeilijk. Voor Genk en Beerschot bijvoorbeeld zitten er slechts 12 dagen tussen hun speeldag 19 op 27 december en de verschoven 1/16e finale in de Beker op 9 januari. Voor andere clubs is het maximaal 2 dagen meer. Als in die periode een stage valt, kunnen spelers niet rekenen op veel vakantiedagen in de kerstperiode.
"Heel wat amateurclubs zitten nog in de beker en kunnen zich nu heel moeilijk voorbereiden. Die inhaalspeeldag in de beker is een akkoord met de amateurclubs om die match te verplaatsten. Het gevolg is de facto dat een buitenlandse stage moeilijk wordt, maar het is niet zo dat de Pro League daarom die speeldag op 9 en 10 januari heeft gezet", zegt Van Eetvelt.
De inhaalspeeldag in de beker is een akkoord met de amateurclubs om die match te verplaatsten. Het gevolg is de facto dat een buitenlandse stage moeilijk wordt.
Door niet op stage te trekken, kan het voetbal ook een voorbeeld geven. Het zou zuur zijn voor de vele mensen die graag op reis willen, dat voetballers wel in een zuiderse bestemming vertoeven tijdens deze donkere dagen.
"Ik begrijp die kritiek", zegt Van Eetvelt. "Maar ter verdediging van het voetbal, vanuit het beleid en zelfs de virologen is er ook de vraag om ontspanning aan te bieden. Dus we hebben ook een maatschappelijke rol. Bovendien hebben we als voetbal beslist om zelf een streng protocol op te stellen en vergeet ook niet dat we alle controles zelf betalen."
Van Eetvelt: "We hebben buitenlandse plannen vrij snel laten vallen"
Van Bever (Pro League): "Aanbeveling om geen buitenlandse stages te doen"
Het journaal: geen buitenlandse winterstages
