meest recent
- 10/05Oostende, Antwerp en Luik naar halve finales, belle in Limburg United-Mechelen
- 10/05CEO van Standard: "Snap de frustraties, maar zo straf je de club en niet diegene die de club pijn doet"
- 10/05Weer een domper voor Roda JC: Groningen grijpt in rechtstreeks duel 2e promotieticket
- 10/05BEKIJK - Novak Djokovic geveld door een drinkbus
- 10/05Ultra's krijgen hun zin: geen Standard - Westerlo door aanhoudende supportersprotesten
- 10/05Diamond League in Doha ziet Bednarek (200m) en Dos Santos (400m horden) vlammen
- 10/05Eindelijk schenkt Kylian Mbappé klare wijn: "Ik vertrek bij PSG, ik heb een nieuwe uitdaging nodig"
- 10/05WK-leider Thierry Neuville tuimelt in Portugees secondespel van 1e naar 6e plaats
- 10/05Rit 7: Herbekijk het Giro-magazine van 10 mei
- 10/05Atleten Special Olympics laten gezondheid testen
- 10/05Olivieri leidt Genk in laatste drie matchen
- 10/05Pogacar wint tijdrit en loopt uit in de stand
- 10/05Ganna vraagt Pogacar tevergeefs om te vertragen
- 10/05Bekijk de samenvatting van de 7e etappe in de Giro
- 10/05Lang wachten van de fans na bekerwinst Union wordt beloond
- 10/05Olympiakos naar finale tegen Fiorentina
Goochelen met transfersommen: zo smukken topclubs hun boekhouding op
In het Europese topvoetbal is een opmerkelijke transfer op til: de Braziliaanse middenvelder Arthur kan voor 80 miljoen euro naar Juventus, dat op zijn beurt Miralem Pjanic voor 70 miljoen euro zal verpatsen aan Barcelona. Zulke deals zien we de jongste jaren steeds vaker en daar zijn vooral de boekhouders tevreden mee.
Hoe werkt het?
Wie naar de naakte cijfers van de transfer(s) kijkt, zal na een snelle blik concluderen dat Juventus 10 miljoen euro betaalt voor Arthur aan Barcelona, terwijl de Spanjaarden er Pjanic bovenop krijgen. Toch schrijven beide clubs in hun boekhouding zo'n 60 miljoen euro in het groen.
Om dat te begrijpen, is het belangrijk te weten hoe een transfersom in de boekhouding wordt neergepend.
Boekhoudkundig gezien worden spelers beschouwd als activa, waarbij de transfersom afgeschreven wordt over de verschillende contractjaren van een speler. Met een mooi woord heet dat amortisatie.
Maar terwijl de kosten van een transfer over verschillende jaren gespreid worden, worden de opbrengsten van een transfer nog datzelfde jaar in de boeken genoteerd. Een handig boekhoudkundig trucje dus om de cijfers op te smukken.
Wat staat er in de boeken?
Om het wat concreter te maken, nemen we de transfer van Arthur naar Barcelona onder de loep. De Catalanen betaalden in 2018 30 miljoen euro voor de middenvelder, die in Barcelona een contract voor 6 seizoenen mocht ondertekenen.
In de boekhouding werd die 30 miljoen euro afgeschreven over de 6 jaar van Arthurs contract, wat jaarlijks neerkomt op 5 miljoen euro. De boekhoudkundige waarde van de speler daalt jaarlijks met 5 miljoen, tot ze na 6 jaar - wanneer het contract afloopt - op 0 staat.
Nu legt Juventus 80 miljoen euro op tafel voor de Braziliaan. 80 miljoen min de 20 miljoen euro boekwaarde na de 2 seizoenen die Arthur er nu heeft opzitten, betekent boekhoudkundig gezien dus een winst van 60 miljoen euro voor Barcelona.
Hetzelfde geldt voor Pjanic bij Juventus. De boekwaarde van de Bosniër is momenteel nog 13 miljoen euro. Als de middenvelder verkocht wordt voor 70 miljoen, mag Juventus in de boekhouding dus 57 miljoen euro in het groen schrijven.
Transfer Arthur in boekhouding van Barcelona | ||
---|---|---|
contractduur | jaarlijkse amortisatie | boekwaarde |
seizoen 1 | 5 miljoen euro | 25 miljoen euro |
seizoen 2 | 5 miljoen euro | 20 miljoen euro |
seizoen 3 | 5 miljoen euro | 15 miljoen euro |
seizoen 4 | 5 miljoen euro | 10miljoen euro |
seizoen 5 | 5 miljoen euro | 5 miljoen euro |
seizoen 6 | 5 miljoen euro | 0 |
totaal: 30 miljoen euro |
Waarom doen ze het?
De reden is simpel en bestaat uit 3 letters: FFP, Financial Fair Play. Sinds de UEFA de FFP invoerde, mogen clubs grofweg gezegd niet meer geld uitgeven dan er binnenkomt. Wie daartegen zondigt, wordt gestraft.
Om uit de problemen te blijven, proberen clubs creatief om te springen met hun boekhouding. Dat doen ze dus onder meer door constructies op te zetten zoals de op til zijnde transactie tussen Barcelona en Juventus.
80 miljoen euro voor Arthur en 70 miljoen voor Pjanic lijkt erg veel, zeker in postcoronatijden. Maar in de boekhouding hebben de clubs er dus alle baat bij om die transfersom zo hoog mogelijk te houden, want hoe hoger de kost van de transfer, hoe meer winst er ingeschreven mag worden in de boekhouding van dit jaar.