Ga naar de inhoud

Snookerref Marteel: "Weet hoe ik de toppers moet aanpakken"

 za 28 maart 2015 09:31
Olivier Marteel kijkt al uit naar de WK-finale.
Olivier Marteel mag begin mei de WK-finale in het snooker leiden. In het mythische Crucicle Theatre zullen alle ogen op de Belg gericht zijn. Sporza zocht hem op voor een goed gesprek. "Ik combineer dit met een fulltime job als verpleegkundige", vertelt hij.

Olivier Marteel maakt al een hele tijd carrière als snookerref. Vorig jaar leidde hij al een halve finale op het WK in goeie banen.

"Maar scheidsrechter zijn in de WK-finale, dat is pas echt een jongensdroom die uitkomt. Het is een grote eer en een privilege. Het Crucible Theatre is een mythische plek, dat weet ik al sinds ik er in 1992 als toerist ging kijken. Mijn haren kwamen toen al recht."

"Ik zal ook zeker en vast zenuwachtig zijn voor de finale, maar dat is gezond en goed. Dat zorgt voor adrenaline en zo blijf je geconcentreerd."

De beste snookerspelers verdienen bakken geld, maar voor Marteel komt het bovenop een fulltime job. "Ik werk als verpleegkundige op de radiologie-afdeling. Het is niet altijd evident om te combineren. Ik spaar vakantiedagen op en voor ieder toernooi probeer ik een week de nachtdienst te doen. Dan werk je hard, maar heb je in de week erop enkele "recup"-dagen."

Sommige refs krijgen wel een vedettestatus. "Ik ben een simpele West-Vlaming uit Koksijde. Ik doe mijn best aan de tafel en een andere status interesseert me niet. Ik heb altijd gezegd dat ik 50% voor mezelf deze carrière wil maken, maar ook om het snooker in België op de kaart te zetten. Hopelijk lukt me dat ook", zegt Marteel.

"Weet hoe spelers zoals O'Sullivan aan te pakken"

De snookersport heeft enkele uitgesproken karakters. Zo is de immens populaire Ronnie O'Sullivan geen makkelijke jongen.

"Je moet respect kweken bij de spelers en dat gaat langzaam. Maar ondertussen is er dat wel en weet ik hoe ik spelers moet aanpakken."

"Als Ronnie een goeie dag heeft, is hij zoals elke andere. Bij een slechte dag moet je hem soms wel eens zeggen waar de lijn ligt. Bij minder ervaren refs gaat hij dan testen hoe ver hij kan gaan. Hij blijft een speciale speler. Soms moet je je aanpak wat aanpassen om hem niet te veel op te jagen."

"Luca Brecel volg ik ook op de tour. We babbelen wel als we elkaar tegenkomen, maar zoeken elkaar niet op. Hij heeft zeker een gave en zijn scherpste ruwe kanten komen er nu wat af. Voor hem is alles mogelijk."