Ga naar de inhoud

"Het Nina Derwael-effect? Daar is het nog te vroeg voor"

 wo 14 november 2018 20:25
Kim Clijsters en Nina Derwael
Kim Clijsters en Nina Derwael geven jonge sporters een boost.

Na de schitterende prestaties in de artistieke gymnastiek zien turnclubs een boost in het aantal leden. Overal wordt al gesproken van een Derwael-effect, maar wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat we de stijging niet zomaar mogen toeschrijven aan het succes van één sporter of sportploeg.

"Boost in tennis, maar niet in zwemmen"

Gaan meer en meer jongeren turnen dankzij Nina Derwael? Zo eenvoudig is het niet, stelt Veerle De Bosscher, professor Sportbeleid en -management van de VUB. 

 

"Het ledenaantal in het turnen ligt vrij hoog. Over de jaren is het ook gestegen, maar ik denk dat het te vroeg is om al te spreken over een Nina-Derwael-effect", vindt De Bosscher. "Over 5 jaar moeten we die vraag nog eens stellen."

 

"In het tennis zagen we heel duidelijk een Kim Clijsters- of een tenniseffect in het algemeen, terwijl daar in het zwemmen na de gouden medaille van Fred Deburghgraeve geen sprake van was. Na onze grootste judosuccessen zagen we zelfs absoluut een daling in het aantal judoleden", merkt de professor op.

Nina Derwael
Nina Derwael vliegt naar WK-goud aan de brug met ongelijke leggers.

"Media-aandacht, succes aanwenden en infrastructuur spelen ook rol"

"Een succes van een topsporter of een -team kan jongeren zeker een boost geven om diezelfde sport uit te oefenen, maar er spelen ook heel wat andere factoren een rol om dat succes te bestendigen", weet professor De Bosscher.

 

Of jonge sporters de komende jaren voor het turnen blijven kiezen, hangt volgens haar af van 3 factoren. "Ten eerste speelt de media-aandacht een cruciale rol in de groei in populariteit. En die is er nu in het turnen", legt ze uit.

 

"Hockey is zo'n sport die, op het moment dat ze opkwam, helemaal niet bekend was in België. Het is gemakkelijker om in een sport, die niet zo populair is en dan plots heel veel media-aandacht krijgt, een boost te creëren. "

Sportfederaties of -organisaties moeten ook met het succes aan de slag gaan.

Veerle De Bosscher, Professor VUB

Naast de media-aandacht spelen er nog twee factoren die op termijn een boost kunnen creëren. 

 

Professor De Bosscher: "Sportfederaties of -organisaties moeten ook met het succes aan de slag gaan. Ze moeten de topprestaties gebruiken als een trigger om een momentum te maken. IJveren voor meer structuren, betere trainers, meer middelen? Dat is zeker even belangrijk."


Hier verwijst de professor naar het Kim Clijsters-effect. "Simultaan met de successen in het tennis werden door de federatie initiatieprojecten opgestart. Die zouden er ook gekomen zijn zonder de prestaties van Clijsters en Henin, maar daar heeft het tennis dan op twee fronten maximaal van geprofiteerd."

 

"En tot slot speelt ook een degelijke infrastructuur een rol. Soms is het veld daar niet klaar voor, is er gewoon geen infrastructuur om die boost te bevatten op te vangen."

In het turnen stijgt het ledenaantal de laatste jaren pijlsnel.

Wie is professor Veerle De Bosscher?

  • Professor in Sportbeleid en -management aan de Vrije Universiteit Brussel bij de onderzoeksgroep Sport & Society. 
  • Haar expertise situeert zich in beleidsevaluatie, effectiviteit en benchmarking van sportbeleid en competitiviteit. 
  • Ze is stichter en coördinator van SPLISS, een wereldwijd netwerk dat topsportbeleid benchmarkt en adviseert. 
  • In Vlaanderen is ze lid van de stuurgroep Topsport en adviseert ze in diverse commissies (jeugdsport, jury topsportfonds)

VIDEO: Professor nuanceert Derwael-effect