Gaastra hoopvol na Swimming Cup: "We zijn helemaal nog niet dood"

Het regende in 2018 negatieve verhalen over het zwemmen in ons land. Maar op de Flanders Swimming Cup werd duidelijk dat de neerwaartse spiraal stilaan is omgebogen.

"Ik zag heel hoopgevende tijden, zo vroeg op het seizoen", zegt Ronald Gaastra, sinds een paar maanden opnieuw hoofdcoach van de Vlaamse Zwemfederatie. "We zijn helemaal nog niet dood!"

"Hij is na zijn problemen heel snel weer heel goed, zoals altijd. Maar daardoor ben je ook geneigd te denken: het loopt wel los. Gelukkig weten we dat ook."

"49"3 is een goeie tijd, maar daar moet zeker nog anderhalve seconde vanaf. Ik zie hem graag 48"3 zwemmen in april en in de 47 seconden op het WK. Dat is het doel."

"Pieter blijft een klasbak, maar het belangrijkste voor hem is dat hij heel blijft. Als dat lukt, kunnen we ver geraken. Ook in Tokio."

"Hij heeft op het EK en op de Spelen 1'56" gezwommen en nu haalt hij bijna dezelfde tijd zonder voorbereiding. Hij heeft technisch vooruitgang geboekt en er staat bovendien een goeie kop op."

"Ze zwemt hier de 3e tijd uit haar carrière, dat is heel knap. Ik heb haar en haar trainer ook gecomplimenteerd voor de verbetering van haar techniek. Die was in het verleden wat wisselvallig."

"Fanny heeft ook het geluk dat ze een heel professionele atleet is tegengekomen met Victor Campenaerts. Nu ziet ze bij hem wat hij er allemaal voor doet en wat er bij haar allemaal nog beter kan."

"Alles is de afgelopen maanden een beetje samengekomen voor haar: geluk in de liefde, het zwemmen gaat beter en haar resultaten worden ook beter. Ze is misschien wel vertrokken voor een mooie sprong. 2'22" is niet ondenkbaar voor haar."

Fleur Vermeiren was een van de revelaties op de Flanders Swimming Cup. De 16-jarige Vermeiren zwom de WK-limiet op de 50m schoolslag en won later op de dag ook nog eens de finale, onder meer tegen Fanny Lecluyse.

"Fleur is héél gedreven. Intrinsiek is ze heel snel, maar we moeten haar motor rustig opbouwen. Ze moet niet pieken in 2020, maar vooral daarna. Het is een meisje met veel potentie."

"Ze zwemt en denkt nu al op seniorenniveau. Zo is ze niet bang van zware tegenstand. Als ze naast de zwaarste tegenstander moet zwemmen, denkt ze "joepie!". En als ze hoort dat de limiet 1'08" is, dan zegt ze: "Oké, dan doe ik dat gewoon.""

"Er is nog werk aan de winkel bij de aflossingsploeg. Er is breedte gekomen op de 100 meter vrije slag, maar we hebben nog meer jongens nodig die 49" laag of 48" zwemmen."

"Pieter (Timmers) blijft de gangmaker. Alles staat of valt met zijn tijden. Jasper (Aerents) komt nu ook terug en ik denk dat Sebastien (De Meulemeester) ook 49" laag moet kunnen zwemmen. Als we dan nog een paar jongens hebben die 49"5 zwemmen... Het zal nog niet zo goed zijn als in Rio, maar dan kunnen we toch weer bouwen."

"Er is veel veranderd, ook voor de zwemmers. Ik voel me happy met de huidige situatie. Ik heb geen carte blanche gekregen, maar ze geven me wel alle ruimte om te doen wat ik wil."

"We hebben nu een heel goed ingewerkt team. Er zijn 3 assistenten die elkaar afwisselen, zodat het zowel voor hen als voor de zwemmers verfrissend blijft. Ik zorg voor de opleiding van de trainers en blijf ook de programma's opstellen. Iedereen krijgt nu ook meer aandacht. Dat vind ik een goeie ontwikkeling."