Iserbyt: "Nog 2 of 3 jaar verwijderd van niveau van Van der Poel en Van Aert"

Eli Iserbyt is op zijn 20e nog belofte, maar af en toe rijdt hij al eens een wedstrijd bij de profs. "Ook bij de profs in oktober heb ik al een paar mooie prestaties neergezet. Ik rij in Overijse bij de profs omdat het niet meetelt voor een klassement. In Gavere zag ik in zware omstandigheden dat ik meekon met de top 7."

Begin november kroonde Eli Iserbyt zich bij de beloften tot Europees kampioen na een duel met het Britse toptalent Tom Pidcock. "Een titel is altijd mooi. Een Europese trui had ik nog nooit kunnen winnen bij de beloften. Dat bewijst dat ik een stap vooruit gezet heb."

"Nu het echt cross is, kom ik naar boven. De techniek speelt mee, ik kan mijn lengte gebruiken om rond de paaltjes te raken. Ik denk dat ik nu sta waar ik wil staan. We zijn nu op stage geweest, deze week ga ik het wat rustiger aan doen. Ik hoop dat ik een nog betere conditie krijg voor volgende maand en februari."

Iserbyt groeit in de beloftencategorie, terwijl Mathieu van der Poel en Wout van Aert al op jonge leeftijd prof werden. "Ik schat dat ik nog 2 of 3 jaar verwijderd ben dat niveau. Het gaat allemaal niet zo snel als bij hen. Ik wil rustig verder groeien. Stap voor stap, want als je een stap overslaat, kan het zijn dat je 2 stappen terugvalt. Dat is niet de bedoeling."

Die voortdurende vergelijking met de 2 tenoren van de cross, is dat niet vervelend? "Dat is een motivatie om in hun zog te raken. In de wedstrijd kun je er ook veel van leren als je een ronde in hun wiel zit. Dat zijn pluspunten."

"De mensen zien niet wat de crossers ervoor doen en laten. Mentaal is het niet altijd gemakkelijk, want er wordt verwacht dat het vanzelf gaat. Het is aan mij om te tonen wat ik nu al kan. Ik heb nog een jaar bij de beloften, binnen 2 jaar zal het moeten komen."

Ploegleider Mario De Clercq heeft geduld met zijn jonge renner. "Je bent goed bezig als je crossen kunt winnen in je eigen categorie. Ik denk dat hij intussen ingezien heeft dat het niet allemaal vanzelf gaat. Dat er meer moet gewerkt worden om die stap te zetten."

"Jongens als Van der Poel of Pidcock, die wereldkampioen worden bij de junioren, of zoals Van Aert, die in zijn eerste koers op de weg bij de elite zonder contract meteen wint, zijn toch iets sterker dan de anderen. Dat zijn getalenteerde jongens met een grotere motor en andere lichaamsbouw dan Eli. Ik denk dat we met hem meer geduld moeten hebben dan met zulke jongens."

"Je mag een jongen niet afschrijven voor zijn 25e. Tot dan blijf je groeien, ook mentaal. Een talent als Iserbyt moet je tijd geven. Meer tijd dan jongens die van bij de junioren in eender welke categorie, ook op de weg, in het mountainbiken,... alles winnen."

"Hij heeft het geluk dat hij nu bij de beloften kan rijden, dat hij niet wekelijks tegen die 2 hoeft te rijden. Volgend jaar heeft hij nog die mogelijkheid. Zal hij dat doen? Dat moeten we deze zomer bepalen. Als het van mij afhangt, blijft Eli met zijn lichaamsbouw van 55 kilogram ook volgend seizoen best nog een half jaar bij de beloften."

"Als hij 24 of 25 is, denk ik dat hij zal meedoen voor de overwinning in Overijse, in Gavere en op de Koppenberg. Dan zal hij favoriet zijn in die wedstrijden. Niet iedereen kan het op jonge leeftijd, sommigen hebben tijd nodig", besluit De Clercq.