Dopingdocumentaire brengt Roberto Carlos in nauwe schoentjes

De Braziliaanse dokter Julio Cesar Alves is een van de spilfiguren in de reportage. "Hij is niet helemaal een onbekende", legt Sporza-journalist David Naert uit.

"Alves heeft al tot twee keer toe op de Braziliaanse tv verteld over hoe hij als arts tientallen sporters behandeld heeft met verboden producten. Dat deed hij eens in 2013, maar ook al in 2002."

"Toen had hij het over tientallen sporters die hij behandelde, onder wie twee Braziliaanse voetbalinternationals. Net in 2002 won Brazilië het WK in Japan en Zuid-Korea."

"De documentaire toont aan dat Alves gewoon zijn gang kon blijven gaan als dopingdokter. Dat hebben de makers aangetoond door undercover langs te gaan in zijn praktijk. Atleten die zich wilden laten doperen, kregen zonder problemen clenbuterol en EPO voorgeschreven."

"De makers hebben ook undercover contact gezocht als vertegenwoordigers van een Europese voetbalploeg die hun spelers wilden laten behandelen", gaat David Naert verder.

"Ze vroegen Alves naar referenties. Hij had het over veel atleten, ook wielrenners. Het ging vaak om Europese wielrenners: uit België, Spanje, Duitsland, ..."

"Hij legde uit dat die consultaties via Skype verliepen. In de rustige wintermaanden kon hun hematocriet dan oplopen tot 60-62, maar ik vraag me af of dat verhaal wel klopt. In Europa heb je wel altijd controles buiten competitie. Het risico lijkt me toch gigantisch groot."

Ook de naam van Roberto Carlos duikt op in het verhaal. "De makers hebben een dossier in handen gekregen van zo'n 200 bladzijden, dat twee jaar geleden aan de openbare aanklager van Sao Paulo werd bezorgd."

"Dat dossier ging over de praktijken van dokter Alves. Er zat ook een getuigenis in van iemand die zei dat hij Roberto Carlos heeft gezien in de praktijk van Alves. De makers zijn langsgegaan bij de man die toen aanklager was, maar hij viel uit de lucht."

Maar er is nog meer. "Via Skype begon Alves zelf te vertellen hoe hij het allemaal doet. Hij zei dat je bij voetballers best op 15-jarige leeftijd begint: hij schrijft hen groeiremmers voor en werkt op spierontwikkeling."

"Alves vernoemt dan zelf heel spontaan Roberto Carlos. Hij vertelt hoe hij bij hem gekomen is als 15-jarige knaap en zegt dat hij Roberto Carlos toen behandeld heeft. "Zijn formidabele dijspieren heeft hij dankzij mij", klinkt het. Aan Carlos en Alves werd namens de ARD een officiële reactie gevraagd, maar die kwam er niet."