Wie wint het nieuwe boek van Paul Van Den Bosch?

Wanneer we Paul Van Den Bosch vragen naar zijn favoriete passage uit 'Waarom wereldkampioen willen worden geen goed idee is', verwijst hij meteen naar pagina 26. Daar luidt de subtitel 'Feedback is food for champions'.

Dit boek is een uitgave van Uitgeverij Kannibaal en kost 17,95 euro.

In de dertien jaar dat ik de coach was van veldrijder Sven Nys heb ik ongeveer 550 wedstrijden live meegemaakt met hem. Na de race had Sven telkens een hele hoop verplichtingen: podium, dopingcontrole, persmoment, ...

Daarom duurde het telkens een tot anderhalf uur vooraleer Sven weer in zijn camper binnenkwam. Ik ben altijd op hem blijven wachten met maar een doel voor ogen: hem mijn eerste feedback te kunnen geven.

Iedere keer stelde hij me, ongeacht zijn resultaat, de vraag: "Hoe vond je het? " Meer dan vijf minuten duurde ons gesprek dan niet, maar het waren telkens vijf belangrijke en leerzame minuten. Zowel voor hem als voor mij.

In de sport is feedback ongelooflijk belangrijk. Een atleet smeekt bijna om bijsturing. "Zeg me alsjeblieft wat ik fout gedaan heb. Hoe kan ik vooruitgang maken?" Een hoogspringer richt zich na zijn sprong altijd onmiddellijk tot zijn coach, die aan de zijkant van de atletiekpiste staat. Met de ogen vragend wat goed was, maar vooral ook wat beter kon.

In de bedrijfswereld merk ik dat feedback een zeer heikel punt is. Dat is vreemd, omdat onderzoek duidelijk maakt dat een goede communicatie met aandacht voor constructieve feedback een positieve impact heeft op het bedrijf.

Het gebrek aan feedback maakt werknemers onzeker. Onbeantwoorde vragen als "Doe ik het goed?" en "Wat denkt mijn baas van over mij?" zijn niet bevorderlijk voor het zelfvertrouwen.

Het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup kwam tot de bevinding dat positieve feedback bij werknemers leidt tot 12,5 procent meer productiviteit ten opzichte van helemaal geen feedback. Een belangrijke vaststelling was ook dat in bedrijven waar constructieve feedback geleverd werd 99 procent van de werknemers geëngageerd bleef. Bij negatieve feedback was dat maar 78 procent en bij helemaal geen feedback maar 60 procent: het is dus zelfs beter om slechte feedback te geven dan helemaal geen feedback.