Ga naar de inhoud

Michel Wuyts gaat terug naar Amstel van 2009: "Ivanov koestert zijn nerf nog altijd"

 zo 19 april 2020 09:20

Vorig jaar werden de wielerfans in de Amstel Gold Race verwend door Mathieu van der Poel. Dit jaar zal het stil zijn rond de Cauberg. Wielercommentator Michel Wuyts dook daarom in zijn herinneringen en diepte er het verhaal van Sergei Ivanov op, de winnaar van 2009.  "Het
aparte verhaal van Serousj van Grasbos, met het opvallende naspel."

Herbeleef de zege van Ivanov in de Amstel Gold Race in 2009

Geschoold in hardheid

Sergei Ivanov werd gestaald in de hoge sportschool van CSKA Moskou. De kadaverdiscipline van de legerclub lag hem. Geen bevel klonk te hoog, geen opdracht was te zwaar. Sergei was polyvalent. Hij blonk uit in hardrijden, klimmen, sprinten en dalen. Coach Gusiatnikov schatte hem als completer in dan de latere Giro-winnaar Berzin.

 

Sergei Ivanov werd Russisch juniorenkampioen, stak het diploma van sportleraar op zak en werd tweede in de Ronde van Toekomst. De Belg Guido Van Calster zag het groeipotentieel  van de zwijgzame Rus, loodste hem naar de regio Scherpenheuvel en gaf hem onderdak bij TVM. Ivanov weerstond aan de lokroep van het vertier, leerde dat fietspaden om op te rijden zijn en won als ondergeschikte van Peter Van Petegem in 2000 de E3 Prijs Harelbeke.

 

Sergei – Serousj voor de vrienden – was dan al twee keer Russisch kampioen. Hij zou het nog vier keer worden. Ivanov had nog twee hogere doelstellingen: een Tour-rit winnen en een klassieker. Hij zou het binnenhalen van die oogst over de volle 10 jaar spreiden.

 

Monte San Pietrangeli, 19 maart 2001. Ivanov stond op het punt Tirreno-Adriatico te winnen. In dat Arendsnest in de Marken zou hij zijn internationale doorbraak forceren. In de zesde rit sprintte hij in de blauwe leiderstrui mee voor de zege. Het ging tussen wereldkampioen Vainsteins, Conte, belager Rebellin en hem. Een abrupt manoeuvre dwong Ivanov richting nadar. Hij smakte neer en sloeg vol met het hoofd tegen het ijzerwerk. De huid spleet open, de schedel lag bloot,  het bloed gutste over de straatstenen en liep als een beekje 30 meter dieper een rioolput in. Een helicamera toonde een beeld van een zieltogende mens. Ik gaf geen cent voor zijn kansen.

 

En toch overleefde Serousj. Met een schedelnerf als blijvend relikwie. Van oor tot oor. Alsof zijn dak een blad van een beuk geworden was. Drie maanden later won hij een rit in de Ronde van Zwitserland. In de Tour sloeg hij genadeloos toe op de golvende wegen rond Aix-les-Bains. In die 9e rit liet hij de Bask Etxebarria achter zich. De patserige dreumes die hem eindwinst in de Ronde van de Toekomst ontnomen had.

De huid spleet open, de schedel lag bloot,  het bloed gutste over de straatstenen en liep als een beekje 30 meter dieper een rioolput in. Ik gaf geen cent voor zijn kansen.

Michel Wuyts

Een klassieke zege kon niet lang uitblijven. In de Amstel Gold Race van 2002 vochten twee mannen in de adembenemend mooie trui van Fassa Bortolo het uit in de finale. Kolonel Bartoli en luitenant Ivanov. De Rus had een stel wonderbenen, maar wist dat onder de dwingelandij van Bartoli uitkomen veel vernuft zou vergen. Bijkomend probleem: de ambitieuze ego’s verkeerden in roemrijk gezelschap. Overleefden ook de slag om de Limburgse heuvels: Michael Boogerd en Lance Armstrong. In een sprint waren dat kansloze lieden.

 

Dus demarreerden die opgejutte mannen slag om slinger. De sprint kwam er toch en het kostte Bartoli jandorie veel gejammer, getoeter en geëmmer om van Ivanov zijn loods te maken. De eigenzinnige Rus claimde ook recht op winst. Met reden. Hij had bergop de boel kapot gefietst. Dus kwam hier de uitvoering van zijn plan. Op 500 meter van de aankomst op de vlakke Maasboulevard haalde hij er van de kop af het tempo volledig uit. Bartoli rook onraad en schoof van plek 4 naar 2. Naar het wiel van de Rus.

 

Pas op 200 meter trok Ivanov fors op. Met de snelheid van een spoetnik. onwezenlijk beeld in vooraanzicht: twee breeduit swingende ploegmaats die amechtig naar de streep snakten. Bartoli won. Met een kwartwieltje of zo. De Toscaan wist niet wat te doen: juichen of briesen. Ivanov vloekte zijn Russische vloek en sloeg de frustratie jarenlang op.

Ivanov wint een rit in de Tour.

De race

19 april 2009 – Sergei Ivanov reed een finale lang met de neus in de wind. Alsof het weg- en weerwerk op de afgeplatte heuvels hem niet deerde. Tien dagen afbeulwerk op de Teide hadden hem heet gestoomd. Ik zijn hoofd bonkte één zekerheid: "Ik win vandaag, want dit is mijn koers."

 

Tot vier keer viel hij vol aan. Ook bergaf, jandorie. Mannen in topvorm tasten vaker naast de oordeelkundigheid in hun kop. Op de Keutenberg ging Kreuziger. Wie sprong op het wiel? Juist, Sergei Ivanov. Op het oplopende plateau voor de afdaling naar Valkenburg glipte Gesink weg. Wie snelde er met gemak naartoe? Sergei Ivanov. Hij kwam niet alleen. Karsten Kroon zat aan zijn wiel. De Nederlander van CSC dacht vooral aan de rijzige Gesink. Daar zat de man die hij bij Rabobank al te lang gediend had. Die zou hij nu murw koersen. Slim als hij was, schatte Kroon Ivanov als nagenoeg stuk in. Uitgerangeerd, want overmoedig. Kroontje zou die varkentjes wel wassen.

 

Probleem voor de drie: aarzelen kon niet meer. Onder de vod was de voorsprong op de hollende groep vijftig meter. Was het waanzin? Was het reddeloosheid? Niet Kroon, maar Ivanov demarreerde op de Cauberg. Voller dan vol, deze keer. De genadeslag? Voor Gesink wel. Moedige Rob stierf met Rabobank in de armen. Kroon weerstond, maar hapte wel naar voorjaarsmuggen.

 

Precies op dat moment had Sergei een verlicht moment. Met de adem van de pelotonpunchers in de nek stond hij gewiekst de kop af. Door inhalingsangst verlamd nam Kroon over. Fataal, want het werd zijn laatste stoot. Autoritair spande Serousj de rug op, liep 100 meter stijf op de trappers en herleidde Kroon tot een ontredderde verliezer.

 

De ontlading bij de Rus was beklijvend. Hij sloeg drie vuisten door het wolkendek, schreeuwde zijn geluk uit en toonde in kruishang zijn Russische trui. De klassieker was binnen, de essentie van het werk zat er op. De party van de ontlading kon beginnen. Het zou een memorabel feestje worden.

Ivanov laat Kroon achter zich.

Het naspel

De drang naar een stevige hap was groot. Dus reden we met een kleine VRT-delegatie Vlaanderen in. De keuze voor Ristorante Dal Cappellone in Tessenderlo was geen gok. We wisten dat Ivanov daar zijn geliefkoosde keuken gevonden had. En jawel, geen uur na onze aankomst betrad ook hij de gelagzaal.

 

Gasten applaudisseerden, baas Gianni omhelsde hem en opende een Magnum Franciacorta. Ivanov bedankte enigszins verlegen en kwam op onze tafel af: "Ik nodig jullie uit op een feestje onder Russische vrienden bij me thuis." Het sprak voor zich dat het Grasbos – de Poggio van Groot-Diest – onze volgende halte werd.

 

Naast een paar Belgen liepen in huize Ivanov vijf Russen in de kijker. Hoekige koppen op knoestige rompen. Grauwe mannen, zo uit een film van Eisenstein gestapt. Een van hen – Serousj noemde ze mijn tuinaanleggers – reikte met zijn kruin tot het plafond. Ik dichtte hem de naam Boris toe. Wat volgde, bleef weken nazinderen. Serousj kroop op een stoel en bedankte iedere gast met kleine speech. Geen trivia, telkens rake woorden. Zoals hij daar sprak, was hij klaar om Oost en West voor eeuwig te verbinden.

 

Niet onbelangrijk: na iedere speech werd een toost uitgebracht. Niet met wijn. Met wodka. De vijf Russen goten kleine glazen tot de rand vol en deelden uit. Vanwege slechte ervaringen met dat goedje in het verre Vladikavkaz besloot ik te passen. Dat was buiten Boris gerekend. De reus van Samara stond prompt voor me, goot de borrel in een slok door zijn keelgat, toonde in een grijns zes blikkerende, zilveren tanden en commandeerde vervolgens: "You drink! Now!". Van de schrik kieperde ik het mijne vierkappens achterover en deed dat daarna nog een keer of vier over.

 

Enfin, het was laat toen Serousj en zijn bevallige Katja mij naar de voordeur begeleidden. Katja gaf me een zoen en Serousj boog ten teken van afscheid voorover. Ik wreef hem over de schedel en voelde de nerf. Het symbool van levensdrang en geduld. Eindeloos veel geduld. Sergei koestert zijn nerf nog altijd. Hij zal dat voor de rest van zijn tijd doen.

Michel Wuyts