"Ik geef Hasselt 0,001% kans om de bekerfinale handbal te winnen"

Hasselt is bij de mannen met 10 bekers recordhouder, maar een laatste bekersucces dateert al van 2014. Met Wezet treft het wel een club die nog nooit een prijs kon winnen.

"De matchen tegen Wezet waren altijd heel spannend en dat zal zaterdag niet anders zijn", zegt coach Korneel Douven.

"Er zijn heel wat jongens bij ons die afscheid nemen van de club en van de sport. Voor hen is deze finale een extra motivatie om hun carrière met een trofee te beëindigen."

Bij Wezet geven ze zichzelf 50% kans, "maar ik beschouw Hasselt toch als favoriet, omdat ze meer ervaring hebben", zegt coach Predrag Dosen.

"We proberen te bewijzen dat favorieten niet altijd winnen. Dat wij voor een eerste prijs voor Wezet kunnen zorgen, zorgt voor een extra motivatie. Onze vorige finale verloren we tegen Hasselt. Hopelijk is het niet 3e keer goeie keer, maar 2e keer goeie keer."

Ook bij de vrouwen is Initia Hasselt de (gedeelde) recordhouder. Toch is tegenstander Sint-Truiden zaterdag de torenhoge favoriet. "Sint-Truiden verloor nog geen enkele match dit seizoen, maar in een finale is alles mogelijk", spreekt coach Ryszard Obrusik zichzelf moed in.

"Zowel voor mezelf als voor de meeste speelsters is het de eerste keer dat ze de bekerfinale spelen. Ik heb ze deze week proberen te overtuigen dat een verrassing nooit uit te sluiten is.

"In de competitie hielden we 20 minuten stand tegen Sint-Truiden. Zaterdag moeten we dat 60 minuten proberen vol te houden."

In het Truiense kamp is het zelfvertrouwen torenhoog. "Alle respect voor Ryszard en zijn speelsters, maar ik geef ze 0,001% kans om zaterdag te winnen", zegt Jo Delpire, de trainer van Sint-Truiden.

"Wij gaan voluit voor de dubbel dit seizoen. We halen nog niet ons topniveau van in december, maar ik voel aan alles dat we er naartoe aan het groeien zijn."

Sporza.be volgt de finales bij de vrouwen (17.30u) en de mannen (20u) met livestream. De wedstrijd bij de mannen wordt ook uitgezonden op het Kanaal van Ketnet, met commentaar van Dirk Gerlo en Michel Kranzen.