Van Winckel: "Met Beerschot Wilrijk streven naar top 8 in 1A met 30% eigen jeugd"

Naast zijn functie bij de Saudi-Arabische bond zetelt Van Winckel ook in het bestuur van Beerschot Wilrijk en Sheffield United, allebei deels in handen van de Saudische prins Abdullah.

“Ik ken prins Abdullah al sinds 2003, toen hij nog voorzitter was van Al-Hilal. De prins hanteert geen kortetermijnvisie en denkt strategisch na over voetbal. Dat paste hij ook toe bij Sheffield United, waar hij ondertussen al 4 jaar co-eigenaar is."

"Sheffield speelde lange tijd in de League One en strijdt dit jaar voor de play-offplaatsen in de Championship. Er spelen enkel Britten, ook de coach is Brits. De visie is om met 30 procent zelf opgeleide spelers op het veld te staan."

"Bij Beerschot Wilrijk willen we hetzelfde nastreven: bouwen aan de fundamenten van de club en investeren in de jeugdwerking. Je zal van Beerschot Wilrijk geen gekke dingen zien. Prins Abdullah wil rust, stabiliteit en een goed beleid brengen. Niemand is hier de baas, de club behoort toe aan de supporters. De visie is toch op termijn een top 8-club in 1A te worden, in een eigen stadion, met 30 procent zelf opgeleide spelers.”

Van Winckel voelt zich helemaal thuis in het Midden-Oosten. “Saudi-Arabië is een fantastisch land met verschillende culturele invloeden. Ik werk graag in de Golf en niet enkel door de centen. Uiteraard zijn de financiële middelen er veel groter dan in Europa. Dat maakt het ook aangenamer om te werken, alles is nog professioneler.”

“Ik vind dat de Belgen en de Saudi's op elkaar lijken, ze zijn beiden rustig en respectvol. Kijk maar naar de voorbije Belgische coaches. Er wordt dikwijls gezegd dat Eric Gerets de beste coach in Saudi-Arabië is geweest. Ook Michel Preud'homme en Marc Brys hebben hier potten gebroken.”

Het land maakte de afgelopen jaren grote vorderingen en wil graag aansluiten bij de internationale subtop. “Ik heb 2,5 jaar gewerkt als technisch directeur van de Saudische federatie en help er nog steeds als consultant. Ik sta elke dag te kijken van de ontwikkelingen in het land. Landen zoals Qatar beginnen stilaan na te denken over het leven na de olie en hebben een serieuze inhaalbeweging gemaakt."

Van Winckel werkte al meer dan 7 jaar in de regio. Met de Nederlandse coach Bert van Marwijk leidde hij de nationale ploeg naar het WK in Rusland.

“Ik wou een coach die zich kon focussen op de ontwikkeling van het eerste elftal. Zo had ik mijn handen vrij om te ontwikkelen in het voetbal door coaches op te leiden en jeugdcompetities te organiseren. De appreciatie van onder meer FIFA, waarin Saudi-Arabië werd geprezen als het best ontwikkelende land, was fijn. Kijk maar naar de resultaten in de laatste wedstrijden waarin we Japan versloegen en de evenknie waren tegen Australië.”

“Toen ik hier kwam, hebben we het land ingedeeld in technische departementen en gelinkt aan verschillende voetbalclubs met een maximumafstand van 200 km. Jonge spelertjes werden in het recente verleden maar al te vaak in een vliegtuig of hotel geduwd. De jongeren creëerden geen mentale weerbaarheid en elke sociale context ontbrak. De ledenaantallen zijn ondertussen vertienvoudigd en de ouders kunnen eindelijk het voetbal samen met hun kinderen beleven.”

“De nationale competitie beschikt over een hoog niveau. Het toonbeeld daarvan is de Aziatische Champions League waar topclubs als Al-Hilal en Al-Ahli bijna elk jaar de finale spelen. Dat toont wel aan dat de Saudische competitie niet enkel afhangt van het financiële, want je mag maar 3 buitenlandse spelers opstellen.”

Maar wanneer we beelden te zien krijgen vanuit het Oosten, vallen toch vooral de lege tribunes op. “Ik denk dat dat te maken heeft met de evolutie van het voetbal”, vertelt Van Winckel. “Voetbal wordt een televisiesport. De televisiegelden zijn ontzettend hoog, iedereen kijkt voetbal."

"Als je iemand ontmoet in Saudi-Arabië, vraag je niet naar zijn naam maar voor welke club hij supportert. In de absolute topwedstrijden zitten er toch wel 60 à 70.000 supporters op de banken. In de kleinere wedstrijden blijven de Saudi’s thuis en wordt er vooral tijdens het eten naar het voetbal gekeken.”