Ga naar de inhoud

Voetbal en politiek: een explosieve cocktail

 do 16 oktober 2014 08:09
In 1980 vochten Schotse supporters hun geschillen uit op het veld.
De EK-kwalificatiematch tussen Servië en Albanië moest gestaakt worden na een politiek opstootje. Ook in het verleden bleek al meermaals dat voetbal en politiek niet steeds hand in hand gaan. Soms bleef het bij onderhuidse spanningen, maar vaak kwam het ook tot gewelddadige rellen. Voetbal, altijd een beetje oorlog, zoals de Nederlandse ex-bondscoach Rinus Michels zei.

El Salvador - Honduras (1969)

Misschien wel het bekendste voorbeeld van een politiek geladen voetbalwedstrijd. De wedstrijd tussen El Salvador en Honduras luidde in 1969 de vierdaagse voetbaloorlog in. Honduras en El Salvador leefden al langer op gespannen voet. Het Hondurese regime wilde alle Salvadoranen uit het land verdrijven.

In de aanloop naar het WK 1970 speelden beide landen selectiewedstrijden tegen elkaar. Honduras trok aan het kortste eind en de spanningen tussen de naties liepen verder op. Daags na de laatste partij brak de voetbaloorlog uit.

Die zou vier dagen duren en het leven kosten aan 2.000 mensen. De internationale gemeenschap moest bemiddelen om de plooien uiteindelijk opnieuw glad te strijken.

Celtic Glasgow - Glasgow Rangers (1980)

In 1980 speelde Celtic Glasgow tegen de Glasgow Rangers in de finale van de Schotse beker. Celtic klopte de stadsrivaal na verlengingen met 1-0, maar vooral de gebeurtenissen van na de match gingen de geschiedenisboeken in.

Na affluiten bestormden de Celtic-fans het veld om te vieren. De Rangers-supporters zagen het als een provocatie en er ontstonden rellen. Ze gingen elkaar te lijf met stokken, losgerukte stoelen, ijzeren staven en bakstenen.

Achteraf werd er naar een verklaring gezocht. Sommigen wezen naar de religieuze verschillen in Glasgow: Celtic-fans zijn hoofdzakelijk katholieken, Rangers-fans protestanten. Anderen zagen overmatig alcoholgebruik dan weer als de oorzaak. Het Schotse parlement vaardigde naar aanleiding van de rellen een alcoholverbod uit tijdens alle sportwedstrijden.

Argentinië - Engeland (1986)

Op het WK 1986 in Mexico stond een kwartfinale onder elektriciteit op het programma: Argentinië-Engeland. De twee landen onderhielden een gespannen relatie sinds de Falklandoorlog.

Argentinië veroverde in 1982 de Falklandeilanden op de Britten. De Britten wisten de eilanden vrij eenvoudig te heroveren, maar de oorlog kostte wel het leven aan 649 Argentijnen en 258 Britten. De Argentijnen waren op het voetbalveld dus uit op revanche.

Dat lukte ook in de zeer emotioneel geladen partij. De match zorgde er ook voor dat de voetbalrivaliteit tussen beide naties opgepookt werd. Maradona scoorde er namelijk met "de hand van God". Hij maakte in diezelfde partij ook het doelpunt dat later verkozen werd tot goal van de eeuw. Argentinië won met 2-0.

Dinamo Zagreb - Rode Ster Belgrado (1990)

De spanningen tussen Dinamo Zagreb uit Kroatië en Rode Ster Belgrado uit Servië sluimerden al langer, maar kenden hun hoogtepunt in 1990. Nog voor de partij begonnen was, rolden de supportersclans al vechtend over straat.

Tijdens de match kookten de potjes over. De Servische bezoekers daagden de Dinamo-fans uit. Daarop bestormden zij het veld. De spelers vluchtten de tunnels in, behalve Dinamo-kapitein Boban. Hij probeerde zijn supporters te beschermen en trapte een politieman in het gezicht. In totaal vielen er bij de rellen in Zagreb 60 gewonden.

De aanleiding voor de zware rellen waren de verkiezingen in Kroatië. De Kroaten hadden enkele weken voor de match gestemd voor onafhankelijkheid van Joegoslavië, iets waar Servië sterk tegen gekant was. Hoewel de partij anderhalf jaar voor de Kroatische onafhankelijkheidsoorlog plaatsvond, zien velen het toch als het officieuze begin.

Iran - Verenigde Staten (1998)

De relatie tussen Iran en de Verenigde Staten stond al jaren onder hoogspanning toen de twee elkaar tegenkwamen in groep F op het WK 1998.

Op voorhand werd er druk gespeculeerd over de politieke betekenis van de match, maar op het terrein bleef het opvallend rustig. Voor de aftrap gaven de Iraanse spelers witte rozen aan de Amerikanen, een teken van vrede. Beide teams gingen ook zij aan zij op de foto.

De verrassend vredige partij werd overigens gewonnen door Iran met 2-1. Ze knikkerden zo de Amerikanen uit het toernooi.

Angola - Portugal (2001)

Voor de onafhankelijkheid in 1975 was Angola lange tijd een Portugese kolonie. De verhoudingen tussen beide landen verliepen zeer stroef. De vijandige gevoelens leidden in 2001 tot een ongelooflijk vijandige oefenpartij.

De Angolezen hadden hun emoties niet onder controle en bestookten de Portugezen met de ene horrortackle na de andere. Portugal vroeg de scheidsrechter meermaals om de partij te staken, tevergeefs. Uiteindelijk werd de match in de 67e minuut toch stopgezet. Vier Angolezen waren al met rood naar de kant gestuurd en een vijfde viel geblesseerd uit.

Vijf jaar later kwamen de twee elkaar opnieuw tegen op het WK 2006. Angola kon geen revanche nemen, maar deze keer kon de vrede wel bewaard worden.