Serry en Vandewalle: "Tijdrit is altijd eerlijk"

Vandewalle en Serry reden zondag ook al de ploegentijdrit. "Die is nu wel verteerd", zegt Belgisch kampioen Vandewalle. "Ik had ook een goed gevoel. Dat is positief, want vorige week op training voelde ik me een beetje ziek."

Vandewalle werd de laatste drie jaar Belgisch kampioen. Wat trekt hem aan in de race tegen de klok? "Het is afzien, tegen jezelf vechten. Een mentale oefening ook. Ik kan niet zeggen dat ik het echt heel plezant vind."

"Maar als je resultaat boekt, overheerst toch het plezier. Dan is het het afzien waard en wordt het een leuke discipline. Een eerlijke discipline is het sowieso: ben je slecht, dan moet je het bij jezelf zoeken. Een tijdrit liegt niet."

Wat vindt hij van het parcours? "Ik schrik ervan dat het toch snel is, ik had het technischer verwacht. Het laatste stuk is wel lastiger dan in de ploegentijdrit. Ik ben benieuwd hoe dat zal doorwegen. Maar ik heb geleerd uit zondag: ik mag niet te traag en voorzichtig starten. Het zal moeilijk zijn om de juiste balans te vinden."

Vorig jaar werd Vandewalle 16e, op 3'17" van winnaar Tony Martin. Wil hij nu dichter eindigen of vooral de kloof kleiner maken? "Allebei. Vorig jaar was ik maar 20 seconden trager dan de negende. Ik moet dus wel de top 10 vooropstellen."

Martin is voor Vandewalle ook nu topfavoriet, zeker nu Fabian Cancellara past en alles op de wegrit zet. Wie worden Martins grootste uitdagers? "Misschien kunnen Dumoulin en Wiggins verrassen. Maar Tony zal heel moeilijk te kloppen zijn."

De WK-tijdrit is het laatste grote doel van het seizoen voor Vandewalle. "Ik heb de Vuelta uitgereden met een gebroken rib. Het was doorbijten in functie van het WK. Mentaal en fysiek heeft dat wel redelijk veel gevraagd. Ik heb nog wat last van die rib, maar niet op de fiets, vooral in bed. Het gaat al heel wat beter. Ik ben al 5 weken in Spanje en heb die rib in de eerste week gebroken."

De andere Belg in de individuele tijdrit, Pieter Serry, heeft een ander doel dan Vandewalle: "Gewoon alles geven, mij compleet leegrijden", zegt hij. "De ploegentijdrit, dat was 110 procent alles geven, dat hoort zo in een tijdrit. Ik wil er het beste van maken en de Belgische kleuren zo goed mogelijk verdedigen."

Op de vraag wat Serry zo aantrekt in het tijdrijden, antwoordt hij ongeveer hetzelfde als Vandewalle: "Het is de eerlijkste vorm om te zien of je goed of niet goed bent, een goeie maatstaf. Nu vind ik het ook plezant, omdat ik af en toe prijs kan meepikken."

"Voor dit jaar had ik me er nooit op toegelegd, maar sinds mijn derde plaats op het BK wel. Ik rij nu ook met de beste fietsen van de wereld, dan weet je al dat het niet aan de fiets kan liggen als je verliest. Het is een gevecht met jezelf: hoeveel wil je afzien? Dat bepaalt vaak de uitslag."

Serry ziet het parcours wel zitten. "Het begin is relatief vlak, waarna veel rechte stukken volgen. Na 40 kilometer komen we op het parcours van de wegrit en wordt het zwaarder en technischer. Hoe meer naar het einde, hoe meer het mij zal liggen."

"Een uitslag stel ik me niet voorop. Daar zit ik niet mee in mijn hoofd, dit is nieuw voor mij. Ik hoop dat Martin (een ploegmaat bij Omega Pharma-Quick Step) wint. Tegenstand verwacht ik vooral van Bradley Wiggins."