Demi Vollering plant haar vlag in de mist op de Tourmalet en neemt de (gele) fakkel over

De koninginnenrit ontgoochelde niet. Al op de eerste beklimming van de dag, op de Col d'Aspin, was het Annemiek van Vleuten zelf die de debatten opende en stevig aan de boom schudde. 

Daaruit vielen enkel Kasia Niewiadoma en Demi Vollering als metgezellen in de kopgroep. In de achtergrond vormde zich een elitegroepje met tussen de andere klassementsvrouwen een dan al verrassend sterke Lotte Kopecky. 

Eens de volle bollenbuit opgeraapt, dook Niewiadoma als een speer in de afdaling van de Aspin en dwong ze Van Vleuten en Vollering tot een schaakduel. 

Dichtgegooide remmen, boze blikken naar elkaar en paniekerige communicatie over de teamradio verder, besloot een niet-werkwillige Vollering het gezelschap van haar ploegmaatjes op te zoeken. 

Daarin moest Reusser berenwerk verrichten om de achterstand van een minuut op Niewiadoma weg te werken. Een stevige reductie later zette ze het elitegroepje, met nog altijd een pientere Kopecky, af aan het begin van de Col du Tourmalet.

Op de flanken van de slotcol leek het begin op een wapenstilstand, maar eens de mistbanken bereikt, haalde Vollering het grover geschut boven, tot grote spijt van een neen schuddende en brekende Van Vleuten. 

Vollering reed vlot voorbij Niewiadoma naar een heroïsche overwinning op de Tourmalet.  Haar grote concurrente, die derde eindigde, zette ze op 2 minuten en een half. 

In de achtergrond hield Lotte Kopecky stevig stand in het spoor van klimmers als Moolman en Labous. De - zelfs in een bergetappe waardige - gele trui eindigde op een knappe 6e plaats en behoudt een plek in de top 5 in de algemene rangschikking, waar Vollering dus de nieuwe kroon spant.