De laatste sneeuw is over de 24e editie van de Olympische Winterspelen gedwarreld. Na iets meer dan 2 weken sport van de bovenste plank zijn er nieuwe helden opgestaan en hebben we afscheid moeten nemen van oude helden. Maar wie waren de meest opvallende en succesrijke figuren van deze Spelen?
1. Johannes Thingnes Bø (Noo - biatlon)
Een honderdtal atleten slaagde erin om meer dan 1 medaille op deze Olympische Winterspelen te behalen, maar niemand was zo succesvol als Johannes Thingnes Bø.
De 28-jarige Bø maakte deel uit van een ijzersterke Noorse ploeg in het biatlon, die zowel bij de mannen als de gemengde teams de titel in de wacht sleepte. Daarnaast won Bø ook nog 2 individuele titels, waardoor hij als enige 4 keer goud veroverde in Peking. Als was het kleingeld in zijn broekzak neemt de Noor ook nog een bronzen plak mee naar huis.
Lees ook:
2. Irene Schouten (Ned - schaatsen)
De dominantie van Nederland in het schaatsen was misschien iets minder indrukwekkend dan de voorbije olympiades, maar dat lag zeker niet aan Irene Schouten. Met 3 keer goud (3 km, 5 km en massastart) en 1 keer brons (ploegenachtervolging) is ze de meest succesvolle Nederlandse olympiër op één Spelen.
Lees ook:
3. Eileen Gu (Chn - freestyleskiën)
Voor de Spelen was er heel wat te doen over de overstap van freestyleskiester Eileen Gu naar China. Gu is immers geboren en getogen in de VS, weliswaar als dochter van een Chinese moeder.
In het gastland wisten ze aanvankelijk niet goed wat ze met deze aangenomen Chinese moesten aanvangen, maar op grandioze wijze wist Gu zelfs de laatste twijfelaars te overtuigen. Met vaak duizelingwekkende sprongen verzamelde ze 2 gouden en 1 zilveren medaille. Als eerste freestyleskiester ooit wint ze 3 medailles op 1 Spelen.
Lees ook:
4. Johannes Strolz (Oos - alpineskiën)
Met 5 van de 10 individuele titels overheerste Zwitserland het alpineskiën in Peking, maar toch was de meest succesvolle skiër geen Zwitser maar een Oostenrijker.
De 29-jarige Johannes Strolz won pas vlak voor de Spelen zijn allereerste Wereldbeker en in China bleef hij op zijn roze wolk drijven. Individueel won hij goud (combiné) en zilver (slalom) en daar voegde hij ook nog eens goud met het Oostenrijkse team aan toe.
Lees ook:
5. Aleksandr Bolsjoenov (Rus - langlaufen)
Aleksandr Bolsjoenov was niet naar China gekomen om vrienden te maken, dat deed hij de voorbije jaren immers ook niet in het langlaufwereldje. Maar de stuurse Rus raapte wel in elk onderdeel waar hij aan de start verscheen een medaille op, goed voor 3x goud, 1x zilver en 1x brons.
Lees ook:
6. Suzanne Schulting (Ned - shorttrack)
Van de 17 medailles die Nederland op deze Spelen verdiende, kwamen er 12 op naam van een vrouw. Waar Irene Schouten de koningin van de grote schaatspiste was, was Suzanne Schulting dat van de kleinere shorttrackpiste. Schulting won op de 3 afstanden een volledig setje (goud, zilver en brons) en was de motor van de gouden Nederlandse ploeg in de estafette.
Lees ook:
7. Lindsey Jacobellis (VS - snowboard)
Een van dé verhalen van deze Winterspelen was de verlossing die Lindsey Jacobellis na 16 jaar vond in de snowboardcross. Sinds dit onderdeel olympisch is, domineert de Amerikaanse de competitie, maar op de Spelen liep het telkens fout. Het meest schrijnende voorbeeld zagen we in Turijn, waar Jacobellis met het goud in zicht show wou verkopen en viel.
Nu hield Jacobellis de show voor na de finish. Op haar 36e lachte het geluk haar eindelijk een beetje toe: ze won niet alleen de individuele titel, maar ook die voor landenteams. Een afscheid (?) in schoonheid.
Lees ook:
8. Nils van der Poel (Zwe - schaatsen)
Niet alleen met zijn historische dubbelslag op de 5 en 10 kilometer liet Nils van der Poel zich opmerken op deze Spelen. Zo kreeg de Zweed de Nederlanders op hun achterste poten door vlak voor de finale van de 10 km de Oranje schaatslobby aan de kaak te stellen. Als klap op de vuurpijl kondigde hij na zijn wedstrijd zijn afscheid aan de sport aan, op zijn 25e. En eens terug in Zweden haalde hij uit naar de Spelen in China, die hij vergeleek met die van de Nazi's in 1936.
Lees ook:
9. Ryoyu Kobayashi (Jap - schansspringen)
Anderhalve maand voor de Olympische Spelen had Ryoyu Kobayashi op indrukwekkende wijze het Vierschansentoernooi op zijn naam geschreven. In Peking maakte hij zijn favorietenrol meteen waar op de kleine schans. Toch zat een dubbelslag er niet in voor de Japanner. De Noor Marius Lindvik hield hem van het goud op de grote schans. Toch is Kobayashi de meest succesvolle schansspringer van deze Spelen.
Lees ook:
10. Kamila Valijeva (Rus - kunstschaatsen)
Het begon allemaal fantastisch voor Kamila Valijeva. De 15-jarige verblufte in de teamcompetitie met Rusland met haar viervoudige sprongen. Maar de droom veranderde vrij snel in een nachtmerrie.
Een positieve dopingtest van Valijeva, zo'n maand voor de Spelen, kwam aan het licht. Na veel vijven en zessen mocht de Russin toch starten in de individuele competitie, maar haar frêle schouders konden de onwaarschijnlijke druk (ook gevoed door haar bedenkelijke entourage) niet aan. Valijeva won nog de korte kür, maar zakte door het ijs op de vrije kür.