
Het beroepshof van Barcelona heeft de veroordeling van Dani Alves ongedaan gemaakt. De ex-topvoetballer kreeg vorig jaar een celstraf van 4,5 jaar voor de verkrachting in 2022 van een jonge vrouw in een discotheek in Barcelona. De Braziliaan won zijn beroep, de rechter sprak van "een reeks tekortkomingen, onnauwkeurigheden, inconsistenties en tegenstrijdigheden over de feiten, de juridische beoordeling en de gevolgen ervan".
Dani Alves werd beschuldigd van verkrachting in de nacht van 30 op 31 december in de toiletten van een discotheek. Enkele dagen later werd de ex-speler van Barcelona, PSG en Juventus opgepakt.
Alves ontkende de aanranding, hij stelde dat er sprake was van wederzijdse toestemming.
In afwachting van zijn proces zat hij meer dan een jaar in de cel. Op 22 februari 2024 kreeg hij 4,5 jaar cel in eerste aanleg. Een maand later kwam hij op borg vrij, na betaling van 1 miljoen euro.
Hij moest zijn paspoort afgeven en mocht het land niet uit. Vandaag kwam het beroep voor voor de hoogste rechtbank van Catalonië.
De rechter verklaarde dat de getuigenis van de vrouw betrouwbaarheid miste over feiten die objectief konden vastgesteld worden op videobeelden: "Wat ze vertelde, komt niet overeen met de werkelijkheid."
"Aan de standaard die het vermoeden van onschuld vereist, is niet voldaan."
Alves' advocaat reageerde tevreden op radio RAC1: "Dani Alves is heel blij. Er is aangetoond dat hij onschuldig is. Er is recht gesproken."
De advocaat van de vrouw en de openbare aanklagers vroegen nog zwaardere straffen, van 9 tot 12 jaar. Zij reageerden voorlopig niet. Tegen de uitspraak is nog beroep mogelijk bij het Spaanse hooggerechtshof.