Werd het peloton in 2016 nog verkleind (voor de veiligheid), dan komt er nu weer een 23e team bij in de Tour, Giro en Vuelta. Het maakt eindelijk een einde aan het gepoker met de wildcards voor de grote rondes.
Doorgaans krijgen de procontinentale teams in januari of februari te horen of ze een wildcard voor de Giro, de eerste grote ronde van het seizoen, in de wacht hebben gesleept. Nu bleef het evenwel oorverdovend stil.
De Giro-organisator RCS wachtte zo lang mogelijk om de moeilijke knoop door te hakken, in de hoop dat er een extra wildcard mocht worden uitgedeeld.
De Internationale Wielerunie UCI heeft de Gordiaanse knoop nu doorgehakt: het peloton voor de grote rondes zal niet langer uit 22 maar 23 teams bestaan.
Opvallend: in 2016 werd het peloton nog op regime gezet onder het mom van de veiligheid. Elke ploeg mocht maar 8 renners (in plaats van 9) meer selecteren voor de Tour, Giro en Vuelta.
Nieuw probleem
Met de vele sterke procontinentale ploegen - zoals Q36.5 met Tom Pidcock en Tudor met Marc Hirschi en Julian Alaphilippe - was het voor de organisatoren evenwel steeds moeilijker om de wildcards uit te delen.
De uitbreiding van het peloton lost dat probleem op, maar legt wel het probleem van de veiligheid weer op tafel. De WorldTour-teams, onder leiding van Richard Plugge van Visma-Lease a Bike, stonden dan ook niet te springen voor de uitbreiding.
Na een stemming bij de Professional Cycling Council (PCC) heeft de UCI het licht nu op groen gezet. "Het voorstel werd goedgekeurd om de procontinentale teams te ondersteunen", klinkt het. "En het geeft de organisatoren de kans om hun line-up te versterken."
Wielerjournalist Thijs Zonneveld denkt er het zijne van. "Tijdens het seizoen de regels veranderen én het peloton nog groter en onveiliger maken: classic UCI", schrijft hij op X.
Nu de beslissing is genomen, zouden de Giro, Tour en Vuelta wel snel met nieuws kunnen komen over de verdeling van de wildcards.