Wie beter dan Thomas De Gendt om een parcours uit te spitten. De eeuwige ontsnappingskoning liet voor ons zijn oog vallen op het Giro-aanbod van dit jaar. Van een Albanese trilogie om te beginnen tot een ommetje in Slovenië en een apotheose in de Alpen: hoe moeten we het parcours voor de editie van 2025 inschatten? "Het is toch wat anti-Giro", klinkt het verrassend.
"Twee uur van mijn leven verspild."
De voorbije jaren zat Thomas De Gendt steevast klaar om meteen kansen voor de vluchters te identificeren tijdens de voorstelling van het Giro-parcours. Deze keer deed de inmiddels gestopte profrenner het eerder voor eigen (leed)vermaak.
Al viel niet alleen de langdradige voorstelling tegen dit jaar, ook het parcours zelf maakte onze landgenoot maar matig enthousiast.
"Mijn eerste indruk is dat het geen superzware Giro is dit jaar", vertelt de ervaringsdeskundige. "Het is toch zeker minder lastig dan de vorige jaren, er zijn ook minder aankomsten bergop en met slechts 2 tijdritten kom je ook maar aan 42 kilometer tegen de klok."
Er zitten mooie ritten in, maar ook ritten waar ik niet eens naar zou willen kijken.
En misschien nog het meest opvallende: er zijn maar drie ritten langer dan 200 kilometer en slechts 1 etappe boven de magische grens van de 2.000 meter.
"Dat is toch heel anti-Giro", schat De Gendt in. "Dit is zeker voor de klassementsmannen een minder lastige editie, waar er dus ook minder kansen zullen liggen om écht het verschil te maken - al zal dat de stress op de dagen dat het écht moet wel groter maken."
Toch blijft De Gendt dus vooral op zijn honger zitten. "Als ik eerlijk ben, vind ik dit parcours toch wat teleurstellend. Er zitten mooie ritten in, maar ook ritten waar ik niet eens naar zou willen kijken."
Roze kans(en) voor Van Aert
Dit jaar vertrekt de Giro ook voor het eerst in Albanië.
"Geld primeert, zeker?", denkt De Gendt. "Ik ben er nog nooit geweest, maar de ritten zien er niet speciaal lastig of lang uit."
Toch is het openingsweekend er eentje om naar uit te kijken voor de Belgische wielerfan, zeker wanneer ene Wout van Aert bijvoorbeeld deel zou nemen. Met twee heuvelritten en een tijdrit schuilt er rond Tirana toch een uitgelezen kans op de roze trui.
"Rit 1 is niet lastig genoeg om de snelle en sterke mannen te lossen en zal waarschijnlijk een groepssprint worden, rit 2 is de tijdrit van een kleine 14 kilometer en rit 3 is met die beklimming van 10 kilometer toch de boeiendste van de drie: daar kunnen sterke mannen wegrijden of de kopgroep voor blijven."
"Daar liggen toch al zeker kansen voor bijvoorbeeld een Van Aert. Ik denk toch dat hij de eerste dag meteen voor het roze zal willen en kunnen gaan."
En niet alleen in een spurt der overlevende sprinters, ook als vluchter ziet de ontsnappingskoning een handvol kansen klaarliggen.
"Als ik ritten zou mogen aanstippen om kans te maken in de ontsnapping, dan kies ik voor de ritten 1, 3, 5, zeker 8, 11 en misschien ook 15. Dat zijn dagen die klassementsmannen laten liggen, maar ook niet voor de sprinters zijn. En Van Aert is dan zo iemand die alle parcours aankan."
Lokroep naar Pogacar?
Dat de Giro-organisatoren ook dromen van een nieuwe deelname van Tadej Pogacar, is duidelijk. Want, toeval of niet: de Ronde van Italië gaat dit jaar tijdens rit 14 een veertigtal kilometer door Sloveens grondgebied.
"Het is vooral een mooie streek met enkele mooie klimmen, maar ik denk niet dat dit een lokroep is naar Pogacar", aldus De Gendt.
"Als ze hem echt op de startlijst hadden gewild, hadden ze niet vier, maar wel zeven tot acht aankomsten bergop moeten leggen. Dan weet hij dat hij al evenveel kansen heeft op een ritzege. Dan was hij waarschijnlijk eerder geneigd om af te komen."
Waar mag de kijker zich dan wel op verheugen?
"Het is op zich een zeer mooie Giro, met die Strade-rit in Siena als leuk extraatje, bijvoorbeeld. Dat is altijd een rit die steeds voor extra stress zorgt, zeker omdat je de Giro er niet kan winnen maar wel verliezen, maar ik vind het toch altijd een mooi schouwspel."
Verder zet De Gendt in de zware slotweek ook nog sterretjes bij rit 17 - die over de gevreesde Mortirolo gaat - en de pittige rit 19, volgens hem de zwaarste rit van het aanbod.
"Maar er zijn ook te veel ritten waar ik niet eens naar zou kijken. Ik vind het dus toch wat teleurstellend en geef het parcours niet meer dan een zeven op tien dit jaar", besluit hij.
- 1e rit, 9 mei: Durrës (Albanië) - Tirana (164 km) = heuvelrit
- 2e rit, 10 mei: tijdrit in Tirana (13,7 km) = tijdrit
- 3e rit, 11 mei: Vlorë (Albanië) - Vlorë (Albanië) (160 km) = heuvelrit
Rustdag, 12 mei
- 4e rit, 13 mei: Alberobello - Lecce (180 km) = sprintrit
- 5e rit, 14 mei: Ceglie Messapica - Matera (145 km) = sprintrit
- 6e rit, 15 mei: Potenza - Napels (226 km) = sprintrit
- 7e rit, 16 mei: Castel di Sangro - Tagliacozzo (168 km) = bergrit
- 8e rit, 17 mei: Giulianova - Castelraimondo (197 km) = heuvelrit
- 9e rit, 18 mei: Gubbio - Siena (181 km) = heuvelrit
Rustdag, 19 mei
- 10e rit, 20 mei: tijdrit tussen Lucca en Pisa (28,6 km) = tijdrit
- 11e rit, 21 mei: Viareggio - Castelnove Ne' Monti (185 km) = heuvelrit
- 12e rit, 22 mei: Modena - Viadana (172 km) = sprintrit
- 13e rit, 23 mei: Rovigo - Vicenza (180 km) = heuvelrit
- 14e rit, 24 mei: Treviso - Gorizia (Slovenië) (186 km) = heuvelrit
- 15e rit, 25 mei: Fiume Veneto - Asiago (214 km) = bergrit
Rustdag, 26 mei
- 16e rit, 27 mei: Piazzola sul Brenta - San Valentino (199 km) = bergrit
- 17e rit, 28 mei: San Michelle all'Adige - Bormio (154 km) = heuvelrit
- 18e rit, 29 mei: Morbegno - Cesano Maderno (144 km) = sprintrit
- 19e rit, 30 mei: Bielle - Champoluc (166 km) = bergrit
- 20e rit, 31 mei: Verrès - Sestrières (203 km) = bergrit
- 21e rit, 1 juni: Rome - Rome (141 km) = sprintrit