Een competitiestart die donkerrood kleurt. Club Brugge staat na 3 wedstrijden met 1 schamel puntje op de 14e plek en verloor enkele weken geleden thuis ook al de Supercup. Miserie alom dus in het Jan Breydelstadion. "Iedereen is zoekende en ze lopen allemaal met heel wat vraagtekens rond", merkt analist Wim De Coninck op.
De euforie van enkele maanden geleden is stilaan helemaal weg.
Na de straffe remonte in de play-offs en de ultieme beloning met de landstitel, draait het dit seizoen vierkant bij Club Brugge.
Blauw-zwart greep in eigen huis naast de Supercup en de 1 op 9 in de Jupiler Pro League (thuis tegen KVM, uit op Standard en Genk) is de slechtste competitiestart sinds 1964.
"Vooral dat verlies in de Supercup tegen Union - dat ook niet overloopt van kwaliteit en vertrouwen - zal toch wel zwaar aangekomen zijn", meent De Coninck. "Zeker omdat Nicky Hayen een hele voorbereiding had gekregen."
"Er was terechte blijdschap na de ferme inhaalrace van vorig seizoen. Hayen had er weer helemaal de schwung ingekregen. Vanuit een underdogpositie konden ze vrijuit voetballen."
"Maar nu zijn ze weer topfavoriet voor iedereen, ook omdat de transferperiode stilaan afgesloten is en dat ze zich wel versterkt hebben. Nu blijkt dat die favorietenrol hen toch zwaar ligt."
Déjà vu
Aan kwaliteit lijkt het nochtans niet te ontbreken op Jan Breydel. Zeker niet nu ook onder meer Gustaf Nilsson, Christos Tzolis en Zaid Romero neerstreken in West-Vlaanderen.
"Die werden er meteen ingegooid", stelt De Coninck. "Logisch ook, want van die mannen wordt veel verwacht. Maar het blijkt niet te lukken."
"Romero ging meteen in de fout en Nilsson vindt niet echt zijn draai in die 4-3-3. Bij Union stond hij altijd met twee in de spits. Je ziet dat er dus wat aanpassing nodig is, hoewel hij keihard werkt."
"Heel de ploeg kan je eigenlijk geen gebrek aan mentaliteit verwijten, maar ze lopen met vraagtekens rond. Ook Siquet is nog zoekende, net alsof je dat gevoel krijgt van de hele ploeg."
In het laatste kwartier werd Club echt platgewalst door Genk.
Tegen KRC Genk werd dat gevoel nog eens pijnlijk onderstreept. Blauw-zwart klom gevleid op een dubbele voorsprong, maar ging uiteindelijk nog helemaal onderuit.
"Dat je die voorsprong nog weggeeft, dat is echt godgeklaagd", is De Coninck streng. "We zagen hetzelfde probleem als vorig jaar: op voorsprong komen, niet meer voetballen en zich terugtrekken."
"Dat is iets wat vorig jaar onder Deila elke keer gebeurde en waarbij de fans zich afvroegen hoe dat telkens mogelijk was. Hayen had nochtans gezegd dat ze om het even wat zouden blijven voetballen."
"Zondag probeerden ze nog wel wat te drukken, maar dat was niet wat het moest zijn. Dat was misschien ook wel conditioneel, want in het laatste kwartier werd Club echt platgewalst door Genk."
Herexamens
Na de erbarmelijke start is het alleen wel moeilijk om één specifieke schuldige aan te duiden. Zowel op als naast het veld lijkt het momenteel fout te lopen.
"Nusa en Skov Olsen brachten tegen Genk wat flitsen, maar die kwamen er toch veel te weinig. Jutgla moet het dan komen rechttrekken, maar ... Ze hebben te veel kernspelers. Het is moeilijk om daar het beste elftal uit te destilleren", vindt De Coninck.
Het is dus niet zo dat alle vingers richting de trainer wijzen, zoals zo vaak het geval is in de voetbalwereld.
"Maar je ziet dat er nu ook bij Hayen wat vraagtekens rijzen en dat zal hij wel beseffen. Toen hij overnam, was het allemaal hoera, nu gaat het snel de andere richting uit. Trek dit nog maar eens recht, hé."
De wedstrijd van zondag tegen Antwerp wordt echt een examen voor Club.
Om de rust toch te bewaren in de catacomben van Jan Breydel, wordt dus maar best gewonnen komend weekend. Alleen is de tegenstander niet van de poes: Antwerp komt over de vloer.
"Dat wordt echt een examen voor Club. Het is momenteel nog niet dramatisch, maar er zal zondag wel enorme druk op staan. Een verlies zoals tegen Genk kan je je echt niet permitteren."
"Ze mogen dan wel roepen dat de competitie pas begint in de play-offs, een tweede keer 19 punten goedmaken gaan ze toch niet doen", besluit De Coninck met een lach.