Geen man overboord. Zelfs na een nederlaag in de openingsmatch kunnen onze Rode Duivels straks nog vieren. Dat bewees Nederland op het EK in 1988, ook de wereldtitels van Spanje (2010) en Argentinië (2022) waren toonvoorbeelden. Drie knappe wederopstandingen als inspiratie voor de Belgen.
Akkoord, de start van de Rode Duivels aan het EK is verre van ideaal. Een nederlaag tegen Slovakije was nergens ingecalculeerd.
Maar een reden tot paniek? Die is er nog niet. Meerdere landen toonden in het verleden namelijk al dat een verloren opener kan leiden tot succes.
We nemen je mee van Duitsland, over Zuid-Afrika tot Qatar.
1988: Nederland op EK in Duitsland
De noorderburen als grote inspirator?
Aan de eerste - en enige - hoofdprijs van Nederland ooit ging een moeilijke start vooraf. En vooral eentje waarin de Belgen zich kunnen herkennen.
Tegen een stug elftal van de Sovjet-Unie geraakten Marco van Basten en co. niet door de muur. Iets wat bij de tegenstand wel een keer lukte: 0-1.
Herkenbare situatie? Ook wij beten gisteren onze tanden stuk op een stevig blok.
De Nederlanders stootten uiteindelijk als tweede door en kregen in de finale opnieuw een duel met de Sovjet-Unie voorgeschoteld. Een kans op zoete revanche die Oranje niet liet liggen.
Met onder meer de wereldgoal van Marco van Basten klaarden de Nederlanders de klus met 2-0. In Duitsland werd de Europese titel gevierd.
De kans dat Slovakije in de finale raakt en dat we - net als Nederland toen - revanche kunnen nemen, is niet bijster groot. Maar misschien putten de Duivels wel extra moed uit het scenario.
2010: Spanje op WK in Zuid-Afrika
Een kersverse Europese kampioen die met torenhoge verwachtingen naar Zuid-Afrika trok.
Maar La Roja zou meteen een koude douche krijgen. Een selectie vol vedetten - Casillas, Pique, Ramos, Alonso, Iniesta, Xavi, David Villa, ... - werd de baard afgedaan door Zwitserland: 0-1.
De Spanjaarden knokten zich toch nog door de groep met Honduras en Chili dankzij een trefzekere Villa. Uiteindelijk mocht het zelfs nog als groepswinnaar naar de 1/8e finales.
In die knock-outfases volgden telkens dominante matchen op vlak van balbezit, het scorebord deed dan weer vermoeden dat de spanning te snijden was.
Portugal, Paraguay en Duitsland. Alle drie gingen ze met het kleinste verschil voor de bijl. Vooral de kopslag van Puyol tegen de Duitsers zorgde voor grote euforie in Spanje.
Al was hét hoogtepunt natuurlijk de streep van Iniesta in toegevoegde tijd. De frivole middenvelder won zo de finale tegen Nederland voor zijn land. Zwitserland mocht zich zo het enige team noemen dat de wereldkampioen kon kloppen.
2022: Argentinië op WK in Qatar
Het laatste voorbeeld zit nog vers in het geheugen van elke voetbalfan.
Lionel Messi en Argentinië werden bij hun opener op het WK met verstomming geslagen door Saoedi-Arabië. In 5 dolle minuten kort na de rust zorgden Al-Shehri en Al-Dawsari voor een Saoedisch feestje.
Letterlijk, want de kleedkamer stond op stelten na de onverwachte 1-2-zege.
Maar Argentinië veerde recht in groepswedstrijden 2 en 3 - onder impuls van een beresterke Messi - en werd alsnog groepswinnaar voor Polen en Mexico.
In de knock-outronde gingen de Zuid-Amerikanen op dat elan door. Australië, Nederland en Kroatië werden geklopt op weg naar het grote eindtoneel.
De WK-finale tegen Frankrijk, die staat nog op ieders netvlies gebrand. Na een zinderende 3-3 haalde Messi zijn grote gelijk met Argentinië na penalty's. Schrijven de Duivels straks ook zo'n sprookje?