Op een interclubwedstrijd in Saint-Mard heeft Julien Watrin voor het eerst sinds de Memorial Van Damme weer zijn spikes aangebonden voor een wedstrijd. Watrin kreeg nochtans in januari te horen dat er teelbalkanker bij hem is vastgesteld.
Begin dit jaar viel de hemel op het hoofd van Julien Watrin, onze beste atleet op de 400 meter horden en ook een cruciale schakel bij de Belgian Tornados.
Door teelbalkanker mocht Watrin een streep trekken door zijn olympische dromen in Parijs. Maar dat betekende niet dat hij de atletiek meteen ook vaarwel zei.
De kankerbehandeling - door de chemotherapie moest Watrin zijn blonde lokken inruilen voor een kaal hoofd - slaat gelukkig aan. Zo goed zelfs dat Watrin na enkele maanden al in remissie is, wat betekent dat de kankercellen niet langer woekeren, maar teruggedrongen worden.
En zo kon Watrin in een interclubwedstrijd in Saint-Mard zijn comeback maken, op de voor hem ongebruikelijke 100 meter. Met zijn 10"85, met tegenwind, moest hij enkel Valentijn Hoornaert voorlaten, toch een vast lid van de Belgische 4x100m-ploeg.
Later op de dag was Watrin ook nog de slotloper van de 4x100m van zijn club AC Dampicourt (42"62).
Bij Le Soir reageert Watrin opgetogen na zijn comeback. "Het was tof om weer aan te schurken tegen de realiteit van een atletiekcompetitie. Het was ook wat surrealistisch, want een tijdje geleden had ik gedacht dat ik een jaar lang geen wedstrijden zou kunnen lopen."