Mathieu van der Poel is met een statement aan de heilige Vlaamse wielerweek begonnen. De Nederlander was heer en meester in de E3 Saxo Classic en won uiteindelijk het kat- en muisspelletje van zijn eeuwige concurrent Wout van Aert. "Ik wist niet dat hij gevallen was, eigenlijk", doet hij zijn verhaal.
̶E̶3̶ ̶S̶a̶x̶o̶ ̶C̶l̶a̶s̶s̶i̶c̶
Mathieu van der Poel mag nóg een voorjaarsklassieker van zijn goedgevulde bingokaart schrappen. De wereldkampioen kwam na een solo van 44 kilometer over de streep en gaf iedereen symbolisch een eresaluut.
"Waarom ik mijn overwinning zo vierde? Het was een impressie van de emoji die ik vaak naar mijn vrienden stuur", legt Van der Poel na de finish met een grote glimlach uit.
"Amai, dit is een deugddoende zege", gaat hij verder. "Dat ik deze koers van mijn lijstje mag schrappen, maakt me zeer blij. Zeker over de manier waarop ik gewonnen heb."
Zijn modus operandi: op elk bergje beuken, tot de boel kraakt.
"Op de Taaienberg probeerde ik het een eerste keer, maar toen bleef er nog een vrij omvangrijke groep over. Daarna heb ik mijn momentjes uitgekozen om de koers nog harder te maken."
Ik wist niet dat Wout gevallen was.
Op de Boigneberg en de Stationberg schudde hij nogmaals aan de boom, om op de Paterberg iedereen uiteindelijk het genadeschot toe te kennen. Net op dat moment kwam zijn grootste concurrent Wout van Aert ook ten val.
"Ik wist niet goed wat er gebeurde achter mij, maar ik hoorde wel dat er gevallen werd. Ik wist niet dat het Wout was", blikt Van der Poel terug. "Maar vanaf daar was het wel nog heel ver naar de finish, hé."
Zo verrees Van Aert uit de achtergrond en naderde hij na een lange achtervolging nog tot op 10 seconden van de opgejaagde Nederlander.
"Ook ik dacht dat hij op een bepaald moment terug zou komen, maar ik ben mijn wattages blijven rijden en zo haalde ik gelukkig toch de bovenhand."
Dat de finale nog extra zwaar werd door het regenachtige weer, deerde de wereldkampioen duidelijk niet. "Ik heb er zelf voor gezorgd dat ik warm bleef", knipoogde hij afsluitend.
