Op de persconferentie in Westerlo verschijnen twee kamerbreed glimlachende trainers. Zowel Rik De Mil als Wouter Vrancken straalt met het behaalde resultaat. Maar dan wordt hen het vuur aan de schenen gelegd over de "kwalijke" schijnvertoning in de extra tijd. "Je geeft hiermee alle mensen die slecht willen spreken over ons voetbal een geweldige voorzet", oordeelt Peter Vandenbempt.
"Mijn mening erover? Dat we absoluut Play-off I moesten halen."
Wouter Vrancken haalt zijn schouders op wanneer hij gevraagd wordt naar de minuten non-voetbal in Westerlo. "Als je dan bij 1-1 merkt dat het binnen is en Westerlo zet geen druk, spelen wij de bal rond. Zo simpel is het."
"De collega's aan de andere kant van de medaille zullen er niet tevreden mee zijn, maar ze zouden net hetzelfde doen", gaat de T1 voort. "Ik denk niet dat vol doorgaan na zo'n match met tien een goed idee zou zijn."
Ook zijn collega van de thuisploeg snapt de frustratie uit het Gentse kamp.
"Het is op het veld zo ontstaan, dat is niet ideaal. Op een bepaald moment, na een strijd van 90 minuten is beslist om op die manier te eindigen. Ik kan begrijpen dat het voor de anderen ontgoochelend is", aldus Rik De Mil.
Alle begrip voor het gebrek aan risico's die jullie nemen, maar doe het minder opvallend.
Een redenering die niet volledig de lading dekte, oordeelden de aanwezige Peter Vandenbempt en Stef Wijnants.
"Alle mensen die slecht willen spreken over ons voetbal - zo zijn er heel veel - geef je hiermee een geweldige voorzet", deelt Vandenbempt. "Alle begrip voor het gebrek aan risico's die jullie nemen, maar doe het minder opvallend."
"Ik zal je wat zeggen", antwoordt Vrancken. "Op dat moment kan ik niet bepalen waar de bal naartoe gaat. Je gaat toch niet overleggen met je spelers over waar ze de bal moeten spelen."
Vandenbempt: "Als je het niet snapt, hoeft het al niet meer. Wat we hier gezien hebben, is kwalijk. Dat kan toch op een andere manier."
"Als je tegen elkaar zegt dat je geen risico's meer neemt, beslissen ze toch nog steeds wat ze doen met de bal. Hoe geef je aan de zijlijn aan om dat niet opvallend te doen?", gooit de T1 van Genk een andere vraag op tafel.
"Je kan er op z'n minst voor zorgen dat je niet de bal heen en weer speelt met de tegenstander", vindt Wijnants.
"Dat was er inderdaad over", geeft Vrancken toe. "Maar hoe geef je dat op zo'n moment aan? Ik kan iets roepen, maar de bal sturen niet."
Hoe dan ook ligt het voorval in het verleden. Al zullen beide coaches in de toekomst vermoedelijk twee keer nadenken bij een gelijkaardige situatie.