Hoe moeten we het nieuwe parcours inschatten? Welke rol zullen de weergoden vertolken? En hoe liggen de kaarten van de favorieten? Karl Vannieuwkerke en José De Cauwer beantwoordden vrijdag tijdens hun verkenning 5 stellingen voor de Strade Bianche.
1. UAE heeft de sterkste ploeg. Zij zullen het gewicht van de koers moeten dragen.
José: "Ja, helemaal. Je kan de ploeg ook in 2 delen splitsen. Je hebt enerzijds de superjongeren met Isaac Del Toro, Jan Christen en Filippo Baroncini. En dan heb je het drietal waarmee ze het moeten doen: Tadej Pogacar, Tim Wellens en Marc Hirschi."
Karl: "Pogacar lanceert hier zijn seizoen, maar dat is geen garantie op succes. Kijk naar Mathieu van der Poel vorig jaar. Hij werd 15e. Al won hij 2 weken later Milaan-Sanremo."
José: "Het kan zijn dat we hier een andere Pogacar zien dan de versie die we gewoon zijn, de renner die meteen wint. Misschien houdt hij rekening met zijn superzwaar seizoen. De kans is groot dat iemand van UAE wint, maar daarom is het niet noodzakelijk Pogacar."
2. Natte of droge grindwegen: het maakt een wereld van verschil.
José: "Zeker weten. Je moet extra sturen. Veldrijders of mountainbikers hebben hier een voordeel."
Karl: "Bergaf, ja, maar bergop moet je je power aanspreken, want je wordt lichtjes in de grond gezogen."
José: "Op het einde zullen de extra kilometers (215 km in plaats van 185 km) een groot verschil vormen."
Karl: "We krijgen een natte editie, want het zal vrijdag nog de hele dag en nacht regenen. Zaterdag wordt het weer beter, maar de stroken zullen niet opgedroogd zijn. Het zal niet stuiven."
José: "Stuyven is hier niet, hé." (lacht)
3. Monte Sante Marie ligt nu op 72 kilometer van de finish en niet op 42 kilometer. Deze strook verliest aan belang.
José: "Dé aanval zullen we hier niet meer zien, wel op Le Tolfe en Colle Pinzuto, die we twee keer doen. Maar deze lastige strook telt ook mee, hé. Renners zijn ook gewoontedieren en misschien gebruiken ze deze zone toch?"
Karl: "Ik hoorde mezelf de vraag stellen en dacht: stommerik. In de Omloop begon de finale ook op 140 kilometer van de aankomst. Waarom zou dat hier niet op 72 kilometer voor het einde kunnen gebeuren?
José: "Je kan deze strook gebruiken, maar sowieso spreek je hier niet meer van een peloton."
4. Lennert Van Eetvelt zou de verrassing van deze editie kunnen worden.
José: "Met de nadruk op kunnen worden. Hoe langer ik op dit parcours vertoef, hoe zwaarder mij de opgave lijkt voor zo'n jonge kerel die dit voor het eerst doet. Geef hem krediet. Het zou een hele straffe prestatie zijn."
Karl: "Hij is in de vorm van zijn nog jonge leven. Het kan, hé."
José: "Als je hier top 15 rijdt, dan ben je al heel goed."
Karl: "We zwakken het een beetje af. Hij kan verrassend uit de hoek komen."
5. De Piazza del Campo is de mooiste aankomstplaats van het hele jaar (als het niet regent)
José: "Dit is zo'n mooie plaats, omdat ze er zo weinig gebruik van maken. In Vlaanderen zou het hier volstaan met VIP-aangelegenheden."
Karl: "Momenteel worden de commentaarcabines nog opgetrokken, zo'n 20 uur voor de start. Hier kan dat allemaal. Geen probleem."
"Maar het klopt dat we in België het slachtoffer zijn van alle randtoestanden. Dan krijg je in de Ronde van Vlaanderen een finish aan de grote baan in Oudenaarde zonder charme."
José: "Weinig charme, behalve dat er een grote koers aankomt."
Karl: "En dat is nog altijd het belangrijkste. De koers en wie de koers wint. Nog één naam voor morgen; en het mag niet Pogacar zijn."
José: "Wellens."
Karl: "Ik doe mee. Komaan, Tim. Morgen is jouw dag."