Niemand kan een nederlaag beter relativeren. Met Sjachtar Donetsk treft Antwerp straks een tegenstander die zijn grootste strijd náást het veld voerde, maar zich erop toch moedig verweert. Een inzicht in de club die al 9 jaar geen thuismatch meer speelde.
Terug naar 2014.
Wanneer in het voorjaar van dat jaar in Oost-Oekraïne een conflict met Rusland losbarst, durft niemand te vermoeden dat ook de toekomst van topclub Sjachtar Donetsk voorgoed zou veranderen.
De 14-voudige Oekraïense landskampioen was in de voorgaande jaren uitgegroeid tot een sensatie in het Europese voetbal, met de UEFA Cup-winst in 2009 als absolute climax.
Successen die zich eveneens weerspiegelen in de infrastructuur. Sjachtar opent drie maanden na de triomf een gloednieuw stadion met ruim 50.000 zitjes.
In de Donbas Arena passeert wereldster Beyoncé en worden er tijdens het EK van 2012 vijf topwedstrijden afgewerkt.
Twee jaar later wordt de voetbaltempel getroffen door enkele bommen – gelukkig zonder gewonden.
Home sweet home? Niet meer bij Sjachtar.
Voetballende vluchtelingen
Sinds de explosies in het stadion is de club eigenlijk een voetbalvluchteling geworden.
Aanvankelijk week Sjachtar uit naar het westen van het land - eerst Lviv, vervolgens Charkiv en dan hoofdstad Kiev.
Maar toen de Russische president Vladimir Poetin op 24 februari 2022 overging tot een volledige invasie van Oekraïne vond de topclub zelfs binnen de eigen landsgrenzen geen veilige haven meer.
Voor Europese wedstrijden moest het vorig seizoen uitwijken naar het Poolse Warschau, dit seizoen biedt Hamburg in Duitsland onderdak.
Wat Sjachtar de voorbije jaren moest doorstaan, maakte geen enkele club van dit niveau ooit mee.
Andy Brassell volgde de gedwongen vlucht van Sjachtar de voorbije jaren met bovengemiddelde interesse.
De Britse voetbaljournalist werd verliefd op hun attractieve voetbal, maar raakte nadien vooral in de ban van hun indrukwekkende verhaal.
Vorige week bracht Brassell er zelfs een boek over uit, met als titel 'We Play on: Sjachtar Donetsk's Fight for Ukraine'.
Daarin beschrijft hij onder meer uitgebreid het knagende verlangen naar thuis.
"Ik heb daar vaak met mensen van de club over gepraat", vertelt hij ons. "Elke dag dat Sjachtar niet in Donetsk is, blijft voor hen aanvoelen als een enorm gemis."
"Weet je, de buitenwereld ziet voetballers meestal als een bevoorrecht deel van de maatschappij. Maar wat Sjachtar de voorbije jaren heeft moeten doorstaan, maakte geen enkele club van dit niveau ooit mee."
Financieel en kwalitatief bloeden
Op veel liefdadigheid van buitenaf hoefden de Oekraïeners evenmin te rekenen - weinig sectoren zijn nu eenmaal zo hard als de voetbalwereld.
Sjachtar hervatte amper een half jaar na de invasie de competitie in eigen land. Met luchtsirenes en schuilkelders, maar zonder zijn buitenlandse sterren.
Europese clubs maakten van de crisissituatie namelijk dankbaar gebruik om alle potentiële goudhaantjes weg te plukken bij Sjachtar.
Dat zit zo: de FIFA voerde door de oorlog een speciale regel in voor spelerscontracten. Buitenlandse spelers kunnen hun overeenkomst bij een Oekraïense club tijdelijk opschorten.
Iedereen toonde begrip voor het idee dat levens en carrières van spelers niet gegijzeld mochten worden in een oorlog. Alleen hadden Oekraïense clubs wel verwacht dat geïnteresseerde overnemers zouden onderhandelen over een eerlijke transfersom. Net dat gebeurde in veel gevallen niet.
Omdat er bij Sjachtar het meeste kwaliteit zat, cirkelden aasgieren het felst rond de landskampioen op zoek naar interessante prooien.
“Makelaars bestelen ons”, fulmineerde CEO Sergei Palkin daarover eerder.
“Ze zeggen tegen clubs dat ze Sjachtar niet hoeven te betalen, omdat spelers toch gratis opgepikt kunnen worden. Je kunt het niet verzinnen wat er allemaal gebeurt.”
De club spande onder meer over de transfer van Tetê (naar Galatasaray) en Manor Solomon (naar Fulham) al gerechtelijke procedures aan.
Zonder de kwalificatie voor de Champions League en de verkoop van Mychajlo Moedryk was de club misschien failliet gegaan.
"Sjachtar heeft financieel en kwalitatief gebloed", zag ook Brassell.
"Vergeet niet dat ze in 2020 nog twee keer Real Madrid klopten in de Champions League, hé. En net voor de invasie begonnen ook de ideeën van Roberto De Zerbi erdoor te komen. Jammer genoeg vertrok de briljante coach (naar Brighton, red.), net zoals 15 buitenlandse spelers. De meesten voor een veel te lage prijs."
"Dat heeft kwaad bloed gezet bij Sjachtar. Ze zijn boos op de concurrentie en de FIFA, die zich onvoldoende bekommerde om hun lot. Zonder de kwalificatie voor de Champions League en de verkoop van Mychajlo Moedryk (voor 70 miljoen aan Chelsea, red.) was de club misschien failliet gegaan."
Impact op niveau
Antwerp treft straks bijgevolg een elftal dat kwalitatief niet vergelijkbaar is met de ploeg uit de hoogdagen. Dat toonde de nederlaag van Sjachtar op de openingsspeeldag tegen Porto al.
"Dit is zeker niet het beste team in de clubgeschiedenis", knikt Brassell.
"De kern bestaat nu vooral uit Oekraïeners met weinig ervaring op het hoogste niveau. Dat maakt het moeilijk om het dominante voetbal uit het verleden te brengen, tot onvrede van de voorzitter."
"Trainer Patrick van Leeuwen probeert wel iets offensiever te spelen dan zijn voorganger, maar met een zwakker team wordt dat vaak afgestraft."
Toch doet de Great Old er goed aan om de tegenstand vanavond niet te onderschatten.
Sjachtar Donetsk, een club gehard door zijn verleden, speelt namelijk met een hoger doel: het gepijnigde land een lichtpunt schenken.
Brassell: "Sjachtar is een groot symbool voor heel Oekraïne geworden. Vroeger was dat niet altijd het geval. Het was de ploeg van de Donbas-regio, met allemaal Brazilianen. Nu herkent iedereen zich in de ploeg van jonge landgenoten. Sommigen onder hen verloren immers óók familieleden in de oorlog."
Zo relatief is het dus.