Hét moment van Mathieu van der Poel zijn seizoen is aangebroken. Hebt u de Nederlander in de voorhoede gemist de voorbije weken? Dan was hij zich in de luwte aan het klaarstomen voor dit WK. Vandaag ging Van der Poel alvast zijn jachtterrein verkennen. "Het is van bocht tot bocht rijden", zag ook hij. "Maar die inspanningen zouden me wel moeten liggen", klonk het geniepig.
Het beeld van Mathieu van der Poel, die zich tijdens zijn eerste WK-verkenning eens goed uitleefde op de steile Montrose Street, ging vandaag viraal. Hij begaf zich schijnbaar in een speeltuin.
"Het is een atypisch parcours, dat we maar zelden voorgeschoteld krijgen", vertelde de Nederlandse topfavoriet achteraf over zijn verkenningsronde.
"Ik kan het best omschrijven als een criterium op WK-afstand. Het is echt van bocht naar bocht rijden. Wat het een zeer zwaar en eerlijk parcours maakt. Daar vallen sowieso lijken uit de kast."
De sleutel tot succes? "Positioneren is zeer belangrijk. Als je op sommige posities pas als honderdste een bocht voor zo'n klimmetje indraait, lig je zo een halve minuut achter, zonder dat je iets kunt doen. Het zal dus een ware afvallingsrace worden."
Draaien, keren, optrekken, afremmen en weer doorgaan. Het klinkt als muziek in de oren van de veldrijder Mathieu van der Poel, toch?
"Met goede benen wel, met slechte benen niet", glimlachte hij bij de NOS. "Maar in alle eerlijkheid zijn het inderdaad inspanningen die me zouden moeten liggen."
Toch tast de Nederlander na zijn Tour de France - waar hij ook ziek werd - wat in het duister over zijn vormpeil.
"Het blijft ook bij mij nog afwachten hoe ik de Tour verteerd heb. Ik ben niet stilgevallen en heb al mijn trainingen alvast perfect kunnen afwerken, maar het is toch moeilijk om een referentiepunt te vinden."
Ik trek mijn plan wel. Zo koers ik het liefst.
In ons land wordt er meticuleus gespeculeerd over de ploegtactiek van de Belgen. In Nederland lijken ze vol voor een guerrillastrategie te gaan.
"We hebben niet de ploeg om de koers vanop de kop te controleren, maar kunnen wel met heel wat mannen meespringen", vertelde kopman Van der Poel. "Dat is voor mij eigenlijk geen probleem. Zo koers ik zelf ook het liefst, en dat weet iedereen bij ons. Ik trek mijn plan wel."
Van der Poel hoopt alvast dat het geluk dit kampioenschap wél aan zijn zijde fietst. "Ik zou enorm graag wereldkampioen worden. Maar zo denken er hier natuurlijk nog 200 renners over. Of hoeveel man staat er eigenlijk aan de start?"