Drie op een rij voor Alpecin-Deceuninck in Milaan-Sanremo. Mathieu van der Poel schonk zijn ploegmanager Philip Roodhooft opnieuw een delirium in de "droomkoers" van hem en zijn broer. Slechts één keer leek Pogacar hen te verbazen, maar weer vielen de puzzelstukjes in elkaar. "Waar we deze overwinning plaatsen? Op één!", klonk het uitgelaten.
2023 - Mathieu van der Poel
2024 - Jasper Philipsen
2025 - Mathieu van der Poel
Voor het derde jaar op een rij mocht Alpecin-Deceuninck vieren op de Via Roma. Toeval kun je het haast niet meer noemen, maar Milaan-Sanremo is niet voor niets de "droomkoers" van de gebroeders Roodhooft.
Met een grotere glimlach hadden we Philip Roodhooft dan ook nog nooit gezien toen we hem aantroffen na de triomf van zijn poulain.
"Waarom dit onze droomkoers is? Een combinatie van het sportieve belang, de spanningsboog, het land, de lente ... En natuurlijk dat we het nu een derde keer winnen, dat is toch heel bijzonder", knipoogde hij.
"Het is eigenlijk de moeilijkste koers om te winnen, maar we konden hier toch met veel vertrouwen naartoe leven."
Dat het mannen als Eric Vanderaerden en Tom Boonen ook nét niet lukte, sprak al vroeg tot de verbeelding van de jonge broers Roodhooft, die nu toch zelf hun stempel hebben gedrukt op Milaan-Sanremo.
En zo lijkt het voorjaar van Alpecin-Deceuninck toch weer begonnen met een serieuze knal. "We zijn weer vrij laat begonnen aan ons seizoen, waarin we zowel de Tirreno als Parijs-Nice zonder sprinter afwerkten, maar het is nu toch goed ingezet. De val van Jasper (Philipsen, red.) was nog een domper, maar met dit kunnen we weer heel blij zijn."
"Pas op, de honger is nog niet gestild, hè", benadrukt hij wel.
Groves als graadmeter
Vandaag vielen alle puzzelstukjes dus nog eens in elkaar, al had de ploeg vooral een beresterke Van der Poel nodig om Tadej Pogacar op de Poggio te volgen en het daarna af te maken.
"Wat ons plan was? Het was voor mij geen verrassing dat Pogacar al op de Cipressa zou gaan en het Mathieu moeilijk zou proberen te maken in het slot, maar het is ons geweldig gelukt om collectief eerst nooit in het defensief te komen."
Zo was duidelijk te zien dat Alpecin-Deceuninck in de langgerekte openingsfase de verantwoordelijkheid kreeg om de ondankbare jacht op de vluchters voor zijn rekening te nemen.
"Maar ook dat was geen verrassing", knikt Roodhooft. "We kwamen naar hier met de vorige twee winnaars, dan is het logisch dat ze naar jou kijken. Maar goed, die rol hebben we met verve ingevuld."
Dat we ook de beste ploeg in koers hadden, is voor mij de ultieme bekroning.
Zoals het een ploegleider betaamt, geeft Roodhooft dus de credits aan het collectief. Met Kaden Groves, die in de sprint ook nog vijfde werd, staaft hij zijn uitspraak.
"Intern leefde het gevoel dat ook hij vandaag iets kon betekenen, en dat is ook gebleken. Iedereen heeft het in functie van het geheel geweldig gedaan. Dat Mathieu een uitzonderlijke atleet is, wisten we al heel lang. Maar dat wij ook de beste ploeg in koers waren, is voor mij de ultieme bekroning."
Monumentale Mathieu
Voor Roodhooft was er vandaag eigenlijk maar één echte verrassing: de afhandeling van de sprint.
"Dat vond ik toch verrassend, inderdaad. Op de streep komt het vaak aan op centimeters, maar Pogacar liet daar plots een gat van tien meter. En dan lieten ze ook nog eens de snelheid enorm zakken, wat in het voordeel is van de explosiviteit van Mathieu. Dat Mathieu uiteindelijk zelf van 300 meter al ging, was geen verrassing. Hij zal wel gevoeld hebben dat hij het tot dan kon houden."
En zo geschiedde: weer vieren op de Via Roma.
Zelf plaatste de Nederlander deze zege in de top drie van zijn mooiste overwinningen. "Maar ik zet hem toch op één", glundert Roodhooft. "Een trilogie in Milaan-Sanremo met twee verschillende renners mag van mij de hoogste plaats krijgen."
"Hier mogen we echt trots op zijn. Ook mijn broer en ik, die soms te veel in de waan van de dag werken, moeten op een bepaald moment beseffen dat we toch iets aan het verwezenlijken zijn in het Belgische wielrennen", sloot hij met een glimlach af.