
Met Club Brugge en Cercle Brugge zijn deze week de laatste Belgische clubs van het Europese toneel verdwenen. Dat doen de Belgische clubs met opgeheven hoofd én een coëffiëntenrecord. Maar dat betekent niet dat het Europees het beste Belgische seizoen was.
De Belgische clubs hebben hun sterkste seizoen afgewerkt sinds de invoering van de Europese coëfficiënt in 1979. De vijf teams die Europa in mochten bij de start van het seizoen, slaagden er allemaal in om de groepsfase te overleven.
Club Brugge en Cercle Brugge - dat gisteren met een laatste zege nog 0,400 punten extra sprokkelde - zijn als laatste Belgische clubs uitgeschakeld in de 1/8e finales. Eerder werden Anderlecht, Gent en Union in de tussenronde na de groepsfase uit Europa geknikkerd.
Dankzij die prestaties sneuvelt voor het derde jaar op een rij het record van verzamelde punten voor de Europese coëfficiënt: 14.200 in 2022-2023, 14.400 vorig seizoen en dan 15.650 dit seizoen.
Maar daar hoort een belangrijke kanttekening bij. Het nieuwe format van de Europese competities heeft namelijk voor een onwaarschijnlijke inflatie van de coëfficiëntenpunten gezorgd.
Dit jaar kon enkel Club Brugge na de groepsfase nog een ronde overleven, het schakelde in een rechtstreeks duel Atalanta uit. Maar de andere Belgische clubs gingen meteen na de groepsfase kopje-onder.
Ter vergelijking: in 1988 won KV Mechelen Europacup II, Club Brugge sneuvelde in de halve finales van de UEFA Cup en het avontuur van Anderlecht in Europacup I (de voorloper van de Champions League) eindigde pas in de kwartfinales.
Van zulke resultaten kunnen we nu enkel dromen. Die prestaties leverden toen een coëfficiënt van amper 9.400 punten op, enkel Spanje deed dat jaar beter. Met 9.400 punten strand je als land nu pas op plaats 16 in de Europese ranking.
Het record van 15.650 punten moet dus in dat perspectief gezien worden, maar is wel een prestatie van formaat. België houdt dit seizoen Nederland achter zich en doet een uitstekende zaak, want het verstevigt - over 5 seizoenen bekeken - zijn 8e plaats, die recht geeft op 5 Europese tickets.
Een rechtstreeks ticket voor de groepsfase van de Champions League, 1 ticket voor de 3e voorronde van de Champions League, 1 ticket voor de play-offs van de Europa League, 1 ticket voor de 2e voorronde van de Europa League en 1 ticket voor de 2e voorronde van de Conference League.
Nieuwe groepsfase zorgt voor stijging
De nieuwe "groepsfase" van de Europese competities is duidelijk de oorzaak van het Belgische record. Zo eindigde het CL-avontuur van Club Brugge net als in 2023 in de 1/8e finales.
Twee jaar geleden speelde de kampioen 8 duels om dat doel te bereiken, dit jaar waren dat er 12. De helft meer wedstrijden om punten voor de coëfficiënt te behalen.
Die inflatie van de coëfficiëntiepunten zie je niet enkel aan de top. De landen onder de top pakken ook veel meer punten. Op dit moment moet een land al 10.300 punten behaald hebben om de top 15 qua landen te halen (op dit moment Turkije).
Dat is een stijging van bijna 50% in vergelijking met de vorige 3 seizoenen, toen de Conference League zijn intrede maakte op het Europese voetbaltoneel. Die intrede veroorzaakte al een inflatie, maar "slechts" met 18 procent.
Om in de toekomst in de top 15 van de Europese coëfficiënt te staan (berekend op basis van de voorgaande 5 seizoenen) zal een aantal tussen 45.000 en 50.000 nodig zijn. Die top 15 is de grens tussen 5 en 4 Europese tickets voor een land.
Voor de hervorming van de Europese groepsfases stond je met dat puntenaantal in de top 8, in het tijdperk voor de Champions League zelfs in de top 6.
De kans bestaat dat dit eerste seizoen met de nieuwe formule een anomalie wordt en dat je de komende jaren minder punten moet verzamelen om die top 15 te halen, maar terugvallen tot het vorige niveau of het niveau van de jaren 80 zal niet gebeuren.
Europese coëfficiënt | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020-2021 | 2021-2022 | 2022-2023 | 2023-2024 | 2024-2025 | totaal | actieve teams | ||
1. | Engeland | 24.357 | 21.000 | 23.000 | 17.375 | 24.250 | 109.982 | 5/7 |
2. | Italië | 16.285 | 15.714 | 22.357 | 21.000 | 19.937 | 95.293 | 3/8 |
3. | Spanje | 19.500 | 18.428 | 16.571 | 16.062 | 21.678 | 92.239 | 4/7 |
4. | Duitsland | 15.214 | 16.214 | 17.125 | 19.357 | 17.921 | 85.831 | 3/8 |
5. | Frankrijk | 7.916 | 18.416 | 12.583 | 16.250 | 16.214 | 71.739 | 2/7 |
6. | Nederland | 9.200 | 19.200 | 13.500 | 10.000 | 15.250 | 67.150 | 0/6 |
7. | Portugal | 9.600 | 12.916 | 12.500 | 11.000 | 16.250 | 62.266 | 0/5 |
8. | België | 6.000 | 6.600 | 14.200 | 14.400 | 15.650 | 56.850 | 0/5 |
9. | Tsjechië | 6.600 | 6.700 | 6.750 | 13.500 | 10.550 | 43.900 | 0/5 |
10. | Turkije | 3.100 | 6.700 | 11.800 | 12.000 | 10.300 | 43.900 | 0/5 |