Hoe kom je als Belg in godsnaam in het skeleton terecht? Het is een vraag die Aline Pelckmans en Colin Freeling wel vaker voor de voeten geworpen krijgen. De 22-jarige talenten staan dit weekend bovenaan de bobsleebaan van Pyeongchang voor de eerste Wereldbekerafspraak. "De adrenalinekick is verslavend."
"Mama, papa, mag ik aan skeleton beginnen?" Het is geen vraag die veel kinderen in Belgische huiskamers stellen. Maar blijkbaar vragen sommige ouders het wel aan hun kroost.
Zo rolde Aline Pelckmans alvast in het skeleton. "Ik heb vroeger altijd heel actief aan atletiek gedaan", vertelt ze. "In die periode kwamen veel bobsleevrouwen uit de atletiek."
"Mijn papa had toevallig op Facebook een advertentie gezien en vroeg of dat niets voor mij zou zijn. Na enkele tests vroeg de voorzitter evenwel of ik geen skeleton wilde doen."
"Een paar weken later werd ik op trainingskamp in Duitsland al van een berg geduwd. Ik vond het geweldig leuk en voor ik het wist, stond ik op de Jeugd Olympische Spelen. De adrenalinekick is verslavend."
Voor ik het wist, stond ik als skeletoni op de Jeugd Olympische Spelen.
Ook Colin Freeling kreeg van zijn vader het spreekwoordelijke duwtje van de berg. "Mijn vader heeft als motorcrosser nog de gouden jaren van Stefan Everts meegemaakt", opent hij.
"Na zijn carrière botste hij op een dom krantenartikel: "We zoeken bobsleeërs". Zo heeft hij zich zelfs nog gekwalificeerd voor de Olympische Winterspelen, al is dat door een blessure van zijn remmer niet doorgegaan."
"Ondertussen is mijn vader wel voorzitter van de federatie, dus als "klein manneke" ging ik mee naar de wedstrijden kijken. En voor je het weet glij je op een klein plankje op twee schaatsen van een berg met je hoofd eerst", lacht hij.
"En nu staan we hier, voor de start van mijn tweede seizoen in de Wereldbeker."
Slechte pizza?
Aline en Colin hebben allebei al één seizoen ervaring in de Wereldbeker. "En dat was toch een realitycheck", geeft Aline toe. "Je staat plots tussen de wereldtop, dus je mag ook niet meteen te veel van jezelf verwachten."
"Hoe later in het seizoen, hoe meer ik begon te ontspannen en er plezier begon uit te halen. Dat heeft zich ook gereflecteerd in betere prestaties. Nu ligt er een klein beetje druk op het nieuwe seizoen, terwijl dat totaal niet nodig is."
Ook voor Colin Freeling voelde zijn eerste seizoen als een rollercoaster. "In mijn eerste wedstrijd in China - op de nieuwste olympische baan - werd ik meteen 15e."
"Na mijn wedstrijd in La Plagne had ik plots buikpijn. Ik dacht: het zal wel door een slechte pizza komen, maar het werd erger en erger. Onderweg naar Innsbruck moesten we zelfs elk halfuur stoppen om frisse lucht te happen."
"Eenmaal in het hotel was het echt niet pluis: we zijn meteen naar het ziekenhuis gereden en toen bleek dat mijn appendix eruit moest. Gelukkig heb ik daar de rest van het seizoen niet veel last meer van gehad."
Liever twee kansen
Na 8 maanden zonder competitie mogen de twee 22-jarige talenten weer op hun plank springen in Pyeongchang. "Het begon toch heel hard te kriebelen", geeft Aline Pelckmans toe.
De Kempense hoopt dit seizoen wat vaker een tweede run te mogen afwerken, iets wat alleen voor de top 25 is weggelegd. "Vorig jaar bleek dat nog een uitdaging, dus dat is mijn doel", vertelt ze.
"Anders heb je maar één kans gehad om je te tonen en te bewijzen, wat toch vaak niet genoeg is. Dat zou toch een teleurstelling zijn."
Met de Olympische Winterspelen van 2026 om de hoek heeft ze ook al een groter doel. "Ik droom er wel van, maar het wordt moeilijk. België heeft bij de vrouwen voorlopig maar één ticket op basis van de prestaties." En met Europees kampioene Kim Meylemans is de concurrentie groot.
In Pyeongchang is het meteen D-Day en zullen we zien waar ik sta. Ik ben benieuwd.
Colin Freeling voelt op training al dat de Winterspelen naderen. "De teams willen toch niet veel meer tonen of prijsgeven", ziet hij. "De spirit begint dus al te komen."
Hij wil dit jaar vooral eerst "ervaring opdoen". Net als bij Aline is een tweede run het belangrijkste doel. "Al zou het natuurlijk leuk zijn om in de top 20 te duiken. Ik wil vooral consistent zijn."
"Mijn start is mijn zwakste punt, maar daar heb ik deze zomer heel hard op geoefend. In Pyeongchang is het dus meteen D-Day en zullen we zien waar ik sta. Ik ben benieuwd."
"Ik heb op training toch wat cleane runs gehad, dus ik heb er wel vertrouwen in. Ik heb er een hele zomer hard naartoe gewerkt."
Met de Britten en Nederlanders
De Belgen zijn nu met drie, maar Aline Pelckmans en Colin Freeling zoeken niet alleen steun bij elkaar of bij Kim Meylemans.
Freeling werkt samen met Groot-Brittannië. "Ze helpen me ook bij het coachen. Als klein landje is het leuk dat we kunnen samenwerken met de grotere naties die iets meer ervaring hebben."
Dezelfde redenering duwde Pelckmans in de armen van het Nederlandse team. "Er is een heel beperkte expertise in onze sport, dus iedereen gaat op zoek naar wat het beste bij zich past", verklaart ze. "Het is echt een individuele zoektocht."
"We zijn momenteel gewoon aan het genieten", besluit Freeling. "We hebben dezelfde doelen, die haalbaar zijn. Ik zie het zeker en vast goedkomen."
Twee jonge wolven om dit weekend in de gaten te houden dus in Zuid-Korea.