Benjamin Mendy heeft woensdag zijn slag thuisgehaald voor de arbeidsrechtbank van Manchester. De Franse verdediger werd in het gelijk gesteld in een zaak tegen zijn ex-club Manchester City. Die hield zijn maandsalaris van 500.000 pond (zo'n 600.000 euro) in, nadat Mendy betrokken geraakt was bij een verkrachtingszaak.
Benjamin Mendy werd in 2021, toen hij bij Manchester City speelde, verdacht in een verkrachtingszaak. De Fransman zat 5 maanden in hechtenis en de hele zaak sleepte in totaal 22 maanden aan. In juli 2023 werd Mendy vrijgesproken.
Mendy was intussen zelf een rechtszaak gestart tegen Manchester City, dat het maandsalaris van de Fransman inhield zodra hij betrokken raakte in de zaak. Daar was Mendy het niet mee eens en de verdediger heeft vandaag gelijk gekregen van de arbeidsrechtbank in Manchester.
De Fransman eiste 11 miljoen pond (ruim 13 miljoen euro) achterstallig loon van City. Volgens de rechter komt het grootste deel van dat bedrag hem toe. De rechtbank oordeelde wel dat City het recht had om een deel van Mendy's salaris in te houden, omdat de Fransman de voorwaarden voor zijn borgtocht niet nageleefd had.
De rechtbank was van oordeel dat Mendy, tijdens de periodes waarin hij op vrije voeten was, zijn job niet kon doen door een schorsing van de Engelse voetbalbond (FA). De club had niet het recht in die periodes het loon van Mendy in te houden, omdat daar niets over vermeld stond in zijn contract.
Het totale bedrag waar Mendy recht op heeft, moet nog overeengekomen worden tussen zijn advocaten en Manchester City. De 30-jarige Mendy staat intussen in Frankrijk onder contract bij FC Lorient, waarmee hij vorig seizoen degradeerde uit de Ligue 1. Mendy verzamelde tussen 2017 en 2019 tien caps voor Les Bleus en werd in 2018 met Frankrijk wereldkampioen in Rusland.