Elk zijn treintje of zelfs zij aan zij sprinten: heeft België met Philipsen én Merlier een (luxe)probleem op het EK?
De Belgische ploeg heeft zondag een ferm vraagstuk op te lossen op het EK. Met zowel Jasper Philipsen als Tim Merlier als kopman en topfavoriet zullen er harde keuzes gemaakt moeten worden in de rolverdeling. Of net niet? "Er is ons beiden gezegd dat we onze kans zouden krijgen", vertelden de conculega's in koor.
Zaten ze op de persconferentie vrijdag precies zoals ze zondag ook zullen sprinten: zij aan zij?
Het blijft toch een bijzondere situatie voor de Belgische ploeg op het EK. Met Jasper Philipsen en Tim Merlier hebben ze twee topfavorieten, die bovendien hetzelfde type renner zijn.
En zo rijst de vraag: wat is de rolverdeling tussen de Belgische kopmannen?
Wanneer die vraag op de persconferentie wordt gesteld, antwoordt Philipsen met een knipoog: "Waar is Sven (Vanthourenhout, red.)?"
Wanneer de bondscoach niet veel later ook daadwerkelijk binnenwandelt, herhaalt de snelle man van Alpecin-Deceuninck zich. "Ja Sven, dit is een vraag voor jou, hoor," grapt hij.
Toch lijkt het vraagstuk ook bij de renners te leven. "Ons beiden is verteld dat we onze kans zouden krijgen als het tot een sprint komt," vervolgt Philipsen. "Ik zie er dus niet meteen een probleem in."
"Dat geldt ook voor mij," knikt Merlier instemmend.
Alleen blijft de vraag: hoe?
Twee treintjes
Want hoe gaat zoiets dan in zijn werk: sprinten met twee kopmannen?
"Naast elkaar sprinten? Alles kan", klinkt het bij de twee.
"Of beiden een klein sprinttreintje? We moeten de bespreking nog doen, maar zo ziet het er wel naar uit, ja", gaat Merlier verder.
En zou de ene zich kunnen/willen opofferen voor de andere?
"Als ik aan het einde van mijn Latijn ben, dan ben ik ook niet meer in staat om een deftige lead-out te doen, vrees ik", is Philipsen eerlijk.
"Maar zowel Tim en ik hebben al bewezen dat we deze wedstrijd aankunnen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen we dus beiden wel fris zitten. De koerssituatie zal dan grotendeels uitwijzen hoe we het zullen doen", sluit Merlier diplomatisch af.
Al lijkt het meest voor de hand liggende scenario zondag dus twee Belgische sprinttreinen.
Philipsen: "Beginnen met gelijke kansen"
Voor eigen volk en een parcours op zijn lijf geschreven: was de kans voor Philipsen ooit groter om Europees kampioen te worden?
"Het zijn bekende wegen voor mij en ik heb er enorm veel zin in, maar we zullen zondag toch nog moeten afwachten," vertelt de thuisrijder.
Al moet hij het kopmanschap zondag wel delen met mede-topsprinter Tim Merlier. "Dat is een keuze van de bondscoach die zeker te verdedigen valt. We zijn beiden zeer goede kanshebbers en zullen zondag die titel voor België proberen te pakken."
Eigenlijk zal er dus niet zoveel veranderen, behalve dat we nu in een ander shirt rijden.
Een hiërarchie is er dus niet binnen de groep. "Nee, zowel Tim als ik hebben een goed seizoen gedraaid. We beginnen dus met gelijke kansen. Ik denk dat het van details zal afhangen."
Krijgen ze dan effectief elk hun eigen treintje als het zover komt? "We hebben elk onze vaste lead-out alvast mee (Jonas Rickaert voor Philipsen en Bert Van Lerberghe voor Merlier, red.). Dus we zijn zeker al op elkaar ingespeeld."
"Dat is een groot voordeel voor ons beiden. Eigenlijk zal er dus niet zoveel veranderen, behalve dat we nu in een ander shirt rijden. Het zal dus zeker een interessante wedstrijd worden."
Merlier: "Het is speciaal"
Tim Merlier begint met een klein krasje op de carrosserie aan het EK. De voorbije twee weken viel hij zowel in de Renewi Tour als de BEMER Classic.
"Maar de wonden zijn goed hersteld en ik kan heelhuids naar het kampioenschap," verzekert Merlier, die een goede kans ziet op het zeldzaam vlakke kampioenschap.
En natuurlijk werd ook Merlier gevraagd wat hij van het gedeelde kopmanschap vindt. "Het is speciaal, maar ik heb er geen probleem mee dat Jasper hier ook is. En dat is omgekeerd ook zo."
"Maar natuurlijk zijn we beiden ook hongerig naar die trui. Zaterdag bespreken we met de coach hoe we het zullen doen: één trein of toch twee ... Het is alvast de bedoeling dat een Belg wint."