Ook zonder wedstrijdritme geen twijfels bij Mathieu van der Poel: "Als je één koers zo kan winnen, is het Sanremo"
De langverwachte entree. Mathieu van der Poel maakt zich komende zaterdag op voor zijn eerste wedstrijd van het seizoen. Meteen het monument Milaan-Sanremo, waar hij zijn titel verdedigt in de regenboogtrui. "Ik heb geen twijfels, al denk ik dat ik met wedstrijdritme nét wat meer kan", deelt de Nederlander.
Hopen op dezelfde geweldige benen als vorig jaar.
Dat doet Mathieu van der Poel twee dagen voor zijn eerste afspraak van het seizoen: Milaan-Sanremo. De titelverdediger oogt ontspannen - met gebruinde kaken van de Spaanse zon - op zijn persconferentie.
Wedstrijdritme deed de wereldkampioen nog niet op. Lange (hoogte)stages vormden het recept van Alpecin-Deceuninck om hem klaar te stomen.
"Als ik iets mag veranderen, wilde ik iets meer rust", lacht Van der Poel ermee. "Neen, ik ben heel blij over hoe de voorbereiding verlopen is. Idealiter had ik een rittenkoers gereden voor Sanremo, maar vorig jaar was het toch wat gehaast toewerken naar de Strade Bianche."
Geen twijfels, dus. "Ook zonder wedstrijden kan ik goed koersen. Al vind ik zelf dat ik met nét wat meer kan. Maar als ik één monument kan winnen zonder ritme is het Milaan-Sanremo."
Pogacar heeft weer indruk gemaakt. Maar bang? Dat ben ik niet.
Op stage of in koers, geen enkele wielrenner heeft het nummertje van Tadej Pogacar gemist in de Strade Bianche.
"Hij heeft weer indruk gemaakt. Maar bang? Nee, dat ben ik niet", lacht Van der Poel.
"Het was straf, maar ik ben er niet van geschrokken. We weten allemaal tot wat hij in staat is. Het is niet te vergelijken met de race van zaterdag. Hij is favoriet, zoals in elke wedstrijd die hij start."
Het blijft een feit dat je Milaan-Sanremo niet zo makkelijk kan winnen. Laat staan erin verrassen met een solo.
"Daarom heb ik ook nog eens verkend. De afdalingen van de Cipressa en Poggio zijn belangrijk om op te frissen. Niet op volle snelheid uiteraard, want dan kom je redelijk snel in de problemen met het verkeer."
Het parcours kent alvast geen geheimen, net als de tegenstand van de wereldkampioen. Enkel de eigen wedstrijdvorm is een vraagteken. "We zullen wel zien hoe het gaat", besluit hij
