Enkele jaren geleden leken de Belgen klaar om in het taekwondo de hemel te bestormen, maar van het kransje wereldtoppers dat ons land rijk is, zal enkel de piepjonge Sarah Chaari er komende zomer bij zijn op de Olympische Spelen in Parijs. Waar zit Jaouad Achab? En hoe moeilijk is het om je als taekwondoka te plaatsen voor de Spelen? Sporza Daily zoekt het voor u uit.
Van alle taekwondoka's - zelf verkiezen ze de term taekwondoin - die ons land rijk is, is Jaouad Achab misschien de bekendste. Hij kroonde zich in 2015 tot wereldkampioen in de klasse tot 63 kilogram.
Een jaar later werd hij bij de medaillefavorieten gerekend op de Olympische Spelen in Rio, maar daar moest Achab vrede nemen met de 5e plek in de categorie tot 68 kilogram.
Een opmerkzame lezer ziet daar al waar het schoentje vaak knelt in taekwondo. "Er worden op de Spelen niet zoveel medailles uitgereikt. In taekwondo worden verschillende categorieën samengevoegd. Zo is het dus mogelijk dat je in een hogere gewichtsklasse terechtkomt", legt Jelle Vicca van Taekwondo Vlaanderen uit.
Ik ben wel ontgoocheld, maar ik heb geen spijt. Ik heb mijn best gedaan.
Exact dus wat Jaouad Achab overkwam in Rio. De intussen 31-jarige Achab was er op de voorbije 2 Spelen bij, maar kon zich dit keer niet plaatsen. "Ik ben wel ontgoocheld, maar ik heb geen spijt. Ik heb mijn best gedaan", vertelt Achab.
"Waarom het niet gelukt is? Een beetje van alles. Er is de nieuwe generatie die komt kijken", zegt Achab, die ook toegeeft dat hij er op een andere manier instaat dan vroeger.
"Ik ben nog altijd heel ambitieus, maar misschien is de honger ook iets minder dan vroeger. Ik ben intussen getrouwd en ik heb een gezin. Ik wilde mezelf nog één keer pushen voor de Olympische Spelen, maar dat is niet gelukt. Nu zal ik de Spelen van thuis moeten ervaren. Dat is wel een raar gevoel."
Omdat er relatief weinig medailles uitgereikt worden, zijn de plaatsjes ook heel duur.
Jelle Vicca benadrukt ook dat het niet eenvoudig is om je als taekwondoka te plaatsen voor de Olympische Spelen. "Het is een enorm zware opdracht. Er zijn er een vijftal die zich rechtstreeks plaatsen en de rest moet het eigenlijk op één dag doen", klinkt het.
"Omdat er relatief weinig medailles uitgereikt worden, zijn de plaatsjes ook heel duur. Taekwondo wordt niet zo breed gedragen als judo, dus we zijn wel blij dat we er met België opnieuw bij zullen zijn in Parijs."
"Hoge verwachtingen van Sarah Chaari"
De Belgische hoop rust nu op de schouders van de amper 19-jarige Sarah Chaari. Zij werd in 2022 wereldkampioene in de klasse tot 62 kilogram en plaatste zich eind vorig jaar al rechtstreeks voor Parijs op de Grand Prix-finale in Manchester. Ook zij zal op de Spelen in een hogere gewichtklasse moeten vechten.
"Ik heb wel hoge verwachtingen van haar", zegt Jelle Vicca. "Sarah is een heel jong meisje, maar is onder druk heel koelbloedig. Dat is haar grote sterkte."
Vicca meent dat de drempel naar een hogere gewichtsklasse voor Chaari kleiner is dan die voor Achab was. "Zij heeft echt wel de morfologie om ook in die categorie mee te kunnen. En ze heeft al aangetoond dat ze daar de absolute wereldtop kan verslaan. Dus ik reken haar zeker bij de medaillekandidaten."
Met Sarah Chaari hebben we iemand die een grote kans heeft op een medaille, dus ik denk niet dat het slecht gaat met taekwondo in België.
Op de Olympische Spelen in Rio was België nog met 3 taekwondoka's aanwezig. In Tokio bleef daar enkel Jaouad Achab van over en ook nu is er met Sarah Chaari maar één Belgische vertegenwoordiger. Zit het Belgische taekwondo in een neerwaartse spiraal?
"Ik denk het niet", reageert Achab. "Oké, in Rio waren we met zijn drieën. En in Tokio en Parijs is er nog één. Maar we zijn wel nog steeds aanwezig. En met Sarah Chaari hebben we iemand die een grote kans heeft op een medaille. Dus ik denk niet dat het slecht gaat in België."
En intussen wordt er ook met de jeugd hard gewerkt om ook in de toekomst mee te kunnen strijden op internationaal niveau. "In beide federaties (Vlaanderen en Wallonië, red) wordt hard gewerkt", weet Achab. "Veel clubs doen hun best. Hopelijk zien we binnen een paar jaar een nieuwe generatie topsporters."