Met de hakken over de sloot, maar Palestina heeft zich wel voor het eerst geplaatst voor de knock-outfase van de Asian Cup. De 0-3-zege tegen Hongkong weekte dan ook heel wat emoties los.
De oorlog in Gaza vergeten lukte niet, de supporters even wat vreugde bezorgen wel. Palestina kon zich gisteren voor het eerst bij de laatste 16 scharen op de Asian Cup.
Met twee doelpunten had Charleroi-spits Oday Dabbagh een groot aandeel in de historische kwalificatie van zijn land. De jonge Zaid Al Qanbar trof tussen zijn twee treffers ook raak voor een 0-3-zege tegen Hongkong.
Palestina moest wel even rekenen, maar mag toch als een van de beste nummers drie door naar de knock-outfase. In het Al Duhail-stadion in Doha werd dan ook een Palestijns feestje gebouwd, waarbij de spelers ook het vredesgebaar toonden.
"We wilden de wereld laten zien dat we het recht hebben om deel te nemen aan elk groot voetbaltoernooi. Niet alleen louter om mee te doen, maar ook om onze vaardigheden te laten zien", zei aanvoerder Musab Al-Battat.
Voor verdediger Mahmoud Saleh, geboren en getogen in oorlogsgebied Gaza, weekte de overwinning heel wat emoties los. Na het laatste fluitsignaal kon hij zijn tranen niet bedwingen.
De overwinning geeft Saleh, Al-Battat en hun teamgenoten een extra kans om het Palestijnse volkslied te laten afspelen, met de Palestijnse vlag te wapperen en vooral de Palestijnse spirit te tonen aan de wereld.
"We zijn elke uitdaging vastberaden aangegaan en we gaan nu ook niet stoppen", klonk het.