De laatste passage op de Angliru: leider Roglic hapt naar adem, Kuss en Vingegaard redden zijn vel

De eerste kennismaking met de Angliru dateert van 1999. Wijlen José Maria Jimenez deed er zijn naam als stijlvolle berggeit alle eer aan, al ging die ontdekkingsreis eigenlijk de mist in.

Door de slechte weersomstandigheden was er nauwelijks iets te zien van de nieuwkomer in de Vuelta en over de triomftocht van Jimenez doen verschillende versies de ronde. Pavel Tonkov, die lange tijd op weg leek naar de ritzege, had zijn twijfels bij de inhaalrace van "Chaba" Jimenez.

Vandaag volgt de 9e beklimming van de Angliru in de geschiedenis van de Ronde van Spanje.

De laatste winnaar is Hugh Carthy, die zich in 2020 voegde bij het lijstje met ook Gilberto Simoni, Roberto Heras, Alberto Contador (2x), Wout Poels en Kenny Elissonde. 

Terug naar 2020, op 1 november zowaar.

In die coronaversie voerde Primoz Roglic de stand aan, maar de Sloveen zou in de 12e etappe dat rode shirt uit handen geven.

Op weg naar de hel stond Roglic aan de poort aan te schuiven, maar Sepp Kuss was zijn reddende engel.

Jonas Vingegaard, die toen zijn eerste grote ronde reed, had ook al zijn duit in het zakje gedaan om de schade te beperken.

Ritwinnaar was Hugh Carthy, de ranke Brit van EF. Roglic moest het rood afstaan aan Richard Carapaz, maar zou later het stokje weer overnemen en uiteindelijk ook aanmeren in Madrid als eindwinnaar.