Voor het eerst sinds 1992 is België volgend jaar op de Olympische Spelen in Parijs vertegenwoordigd in de bokscompetitie. En niet door 1, maar 2 boksers: Vasile Usturoi (-57 kg) en Oshin Derieuw (-66 kg). "Dit is het resultaat van jaren professioneel werken", stelt bokskenner Alain Van Driessche. "Al volgden ze allebei een verschillend parcours."
België een boksnatie noemen is net wat overdreven, vindt Van Driessche. "Sinds enkele jaren is er wel een professionele omkadering van de kandidaat-boksers. Dit is het resultaat van een jarenlange werking."
De twee boksers legden een verschillend parcours af. "Usturoi is een product van de samenwerking van de Vlaamse Boksliga met Sport Vlaanderen samen met zijn coach Hubert Fierens."
"Hij werkt al jaren mete Fierens samen en heeft er trouw aan gezworen ondanks alle omstandigheden, die dikwijls niet makkelijk waren."
Usturoi heeft trouw gezworen aan zijn coach ondanks alle omstandigheden, die dikwijls niet makkelijk waren.
Wat waren dan die omstandigheden? "Er zijn verschillende strekkingen in het boksen. Men verweet Fierens wel eens het "eilandsyndroom". Hij werkte te veel op zichzelf."
"Maar eigenlijk was zijn werking met een beperkt aantal boksers het resultaat van jarenlange selectie. Wie niet voldeed aan de hoge kwalificaties viel af."
Met de nieuwe Italiaanse bondscoach Raffaele Bergamasco is er een ruimere, bredere werking, weet Van Driessche. "Maar die zal toch nog wat tijd nodig hebben om vruchten af te werpen."
De samenwerking tussen de Vlaamse Boksliga en Sport Vlaanderen is op toerental gekomen na de Spelen in Rio 2016. "Na 7 jaar is dit dan ook een mooi, bescheiden succesverhaal. Het is immers geen voetbalploeg die naar de Spelen gaat."
"Maar het is niet makkelijk om een professionele werking op een amateurtraditie van meer dan 100 jaar te zetten. Er vallen geen slagen, maar er valt al eens een hoger woord. Dit is uiteindelijk de bekroning van verschillende visies."
"Een kersenboom op verschillende taarten voor Derieuw"
Want Derieuw bewandelde een heel ander parcours: "Zij is profboksster. Parijs 2024 zijn nog maar de tweede Spelen waar vrouwelijke profbokssters toelating hebben om deel te nemen", schetst Van Driessche.
De vorige Spelen - Tokio 2020 - werden zwaar verstoord door corona. "Voor Derieuw kwam daar nog eens bovenop dat ze een heel zware knieblessure opliep."
Ze leek zelfs even afgeschreven voor de bokssport. "Maar ze heeft een kop op haar lijf staan en ze heeft bewezen dat er een weg is. Voor haar is dit een hele kersenboom op een hele reeks taarten."
Delfine Persoon slaagde er in volle coronapandemie niet in om zich te plaatsen voor Tokio 2020. Ze verloor wellicht met corona in haar lichaam tegen iemand die ze normaal makkelijk klopt. En tweede kwalificatiekans werd afgelast.
Derieuw wordt zo de eerste boksster op de Spelen. "Het zijn geen rechtstreekse concurrentes. Ze gunnen elkaar hun deel van het zonlicht. Na Tokio 2020 heeft Persoon bewezen dat ze ook uit het juiste hout gesneden is om op olympisch niveau te boksen."
De grootste tegenstanders van Usturoi zijn dikwijls de juryleden. Omdat het er zo geniaal eenvoudig uitziet, begrijpen ze het soms niet.
Van Driessche acht het niet onmogelijk dat er trouwens meer dan 2 boksers naar Parijs gaan. "Als Persoon haar olympische kans nog eens wil wagen en ze dat kan combineren met haar professionele ambities... De Spelen missen zat toen heel diep bij haar. En ook Victor Schelstraete zie ik nog als kanshebber."
Fierens is trouwens ook de trainer van Victor Schelstraete, die door een afgescheurde achillespees dit toernooi moest missen. "Schelstraete krijgt volgend jaar nog 2 kansen om zich te plaatsen voor de Spelen."
"Er zit heel wat talent aan te komen, maar dat moet nog rijpen. Dat zijn jongens voor 2028."
Parijs is binnen voor de twee, wat verwacht Van Driessche daar? "Derieuw mag zeker ambities koesteren. Ze is 36 jaar, maar ze heeft haar snelheid behouden, ze bokst als iemand die 10 jaar jonger is. Haar stijl is ook heel goed."
Usturoi is 10 jaar jonger. Op het WK werd hij bestolen tegen de latere wereldkampioen, maar hij zette dat recht met de Europese titel in 2022. "Dat en dit is een mooie bekroning, maar nog niet het einde van het verhaal."
"Met wat hij kan... Zijn stijl is heel moeilijk te bekampen. Zijn grootste tegenstanders zijn dikwijls de juryleden. Omdat het er zo geniaal eenvoudig uitziet, begrijpen ze het soms niet. Ook hem acht ik niet kansloos in Parijs."