Ook Peter Vandenbempt heeft met open mond naar de finale van de Jupiler Pro League zitten kijken. "Dit is waarom ik van voetbal houd, ondanks al zijn lelijkheid", zegt onze voetbalman in zijn laatste analyse van het seizoen.
De analyse van Peter Vandenbempt in een notendop:
- Als je het Antwerp niet gunt, dan gun je het Toby Alderweireld wel.
- KRC Genk zou de mooiste kampioen geweest zijn.
- Dit komt harder aan bij Union dan vorig jaar.
Een millimetersprint met z'n drieën
Dit hadden we nog nooit gezien in ons voetbal. We kregen een scenario voorgeschoteld dat alleen fictie kon zijn, totaal ongeloofwaardig.
De voetbalgoden schepten er een sardonisch genoegen in om die arme voetballers en die lijdende supporters heen en weer te slingeren tussen de meest extreme emoties.
Het was al straf, bijna een kwarteeuw geleden, dat ze met 3 kandidaten de laatste speeldag ingingen. Deze keer maakten ze zelfs in de toegevoegde tijd nog kans op de titel. De 3 teams liepen een millimetersprint.
Na die geschifte WK-finale tussen Argentinië en Frankrijk moest die wedstrijd in een dwangbuis. Deze ontknoping was nog vele malen zotter.
Sport is verschrikkelijk meedogenloos. De ultieme euforie en de diepste ontgoocheling ligt nauwelijks een centimeter uit mekaar. Een trap maakte het verschil.
Daarom houden we zo van deze sport, ondanks al zijn lelijkheid op en naast het veld.
(lees voort onder de Instagrampost)
Zou iemand "don't shoot, Toby" geroepen hebben?
En het is nog een keer Toby Alderweireld die het kampioenschap beslist heeft: op dat moment en op die manier.
Alderweireld is een kind van de stad, hij heeft de kathedraal op zijn arm staan en door zijn aderen vloeit Scheldewater.
Wie het Antwerp niet gunde, kan niet anders dan het Toby Alderweireld te gunnen.
Ik moest spontaan denken aan de oerknal van Vincent Kompany bij Manchester City in de Engelse titelmatch tegen Leicester.
Zou er iemand "don't shoot, Toby" geroepen hebben? Dat denk ik niet, maar hij heeft zich wel in de geschiedenisboeken getrapt.
(scrol omlaag voor meer)
Zo lang zal Antwerp niet meer hoeven te wachten
Sport is onverbiddelijk. Er kan er maar een de beste zijn.
In de ideale wereld hadden we 3 titels uitgereikt aan 3 mooie en welverdiende kampioenen.
Antwerp bracht niet dat frivole en avontuurlijke voetbal van Racing Genk. De titel is er een van collectiviteit en solidariteit.
Antwerp geeft nooit op en blijft altijd strijden. Het voetbalt naar het beeld van zijn trainer Mark van Bommel: vanuit organisatie.
Elke kampioen steunt op zijn centrale as. Jean Butez is wellicht de beste doelman in de competitie. Voor Toby Alderweireld komen we wierookvaten tekort, alle superlatieven zijn op zijn plaats. Hij is de sleutelfiguur van Antwerp.
Vanaf de winterstop was er ineens Arthur Vermeeren, de ontdekking van het seizoen. En voorin heb je uiteraard Vincent Janssen, een werker en een doelpuntenmaker. Hij is de kapstok waaraan het elftal is opgehangen.
Antwerp beschikte niet over de meest kwalitatieve of breedste kern. Van Bommel heeft die wel geweldig gemanaged. Denk maar aan de fratsen van Nainggolan, de balorige Michael Frey en de vele blessures.
Soms was de spoeling flinterdun voor Mark van Bommel. Ook gisteren vroegen we ons af: "Wie kan hij nog inbrengen?"
Het is geen geweldig idee om in de slotminuten een centrale verdediger naar voren te sturen, maar ze hadden er wel op getraind. Dat is uniek. Chapeau!
En ik denk niet dat de fans van Antwerp opnieuw zo lang moeten wachten op een nieuwe prijs.
In de ideale wereld hadden we 3 titels uitgereikt.
Harder dan vorig seizoen voor Union
Gisteren is Union overkomen waar het op Antwerp nog van had geprofiteerd. In het voetbal kan er altijd een doelpunt vallen zolang de bal rolt. Zelfs als de tegenstander eigenlijk niets doet.
Union speelde niet goed genoeg om afstand te nemen. Het seizoen heeft een paar wedstrijden te lang geduurd. De spelers zaten - zeer begrijpelijk - op hun tandvlees.
Het was al enkele wedstrijden wroeten. En gisteren speelde Union zonder twee sterkhouders: Senne Lynen was geschorst en Teddy Teuma viel geblesseerd uit.
En dan krijgen ze een goal tegen op een voorzet. Zo hadden ze er dit seizoen al een miljoen weggekopt.
Deze gemiste titel moet harder aankomen bij Union dan vorig jaar. Het is een litteken dat misschien zal vervagen, maar niet zal verdwijnen.
Union heeft het schitterend gedaan, maar ze kunnen niets op de kast zetten als herinnering.
Wat ze wel krijgen, is de onbegrensde appreciatie van de voetballiefhebber voor die geweldige club, die geweldige prestatie en die geweldige supporters.
Genk zou de mooiste kampioen geweest zijn
In Genk is de ontgoocheling zo mogelijk nog groter. Het team strandde op twee minuten van de titel.
Veel kunnen ze zichzelf niet verwijten in Genk. Behalve dat ze Paul Onuachu niet hadden moeten verkopen. Ik denk ook dat ze met hem het kampioenschap gewonnen hadden, maar dat verhaal kennen we.
Het hing finaal af van één bal. En van enkele momenten waarop Genk benadeeld is door de scheidsrechter en de VAR. Ook gisteren.
Ik kan niet uitleggen waarom het geen penalty heeft gekregen (na een duel tussen Avila en Paintsil, red). Op dat punt begrijp ik de - zeer beleefd geformuleerde - frustratie.
Genk zou misschien wel de mooiste kampioen geweest zijn. Het team heeft de competitie mee gekleurd, het heeft altijd mooi, positief en offensief gevoetbald.
El Khanouss, Trésor en Paintsil hebben ons maandenlang laten genieten. Welverdiende felicitaties van de jury zijn op hun plaats.
Het probleem van Genk? Met 5 overwinningen op 16 matchen konden ze hun prestaties niet meer omzetten in resultaten.
Wouter Vrancken heeft geweldig werk geleverd, maar Genk en zijn fans zullen even tijd nodig hebben om alles te laten bezinken.
Het is de harde wet van de sport.