De Zwarte Duivels, onze nationale rugbymannen, zijn dezer dagen actief in het Europe Championship, het niveau onder het Zeslandentoernooi. Ze promoveerden uit de Europe Trophy, maar de zware nederlagen de voorbije weekends tegen Portugal (54-17) en Roemenië (5-56) leren dat er nog een kloof gedicht moet worden. "We moeten professioneler worden", hoorde Sportweekend, "om de WK-droom van 2027 proberen waar te maken."
Het is de opdracht van de nieuwe bondscoach Mike Ford. De ervaren Engelsman is er sinds deze campagne bij, hij moet een team bouwen met een mix van nieuwe spelers en ervaren namen. Hij brengt alvast een nieuwe wind.
"Je kan een rugbyspeler één ding niet bijbrengen en dat is vechtlust. Elke speler van de Belgische ploeg heeft die vechtlust", is Ford alvast voor het idee gewonnen.
"Ik kan de mannen tactiek en nieuwe technieken leren, maar die vechtlust is de basis van elke rugbyspeler. We willen elke match beter worden. Tegen Roemenië zag ik heel wat positiefs, zeker in de 1e helft."
"Dat wij thuis voor zoveel volk heel de tijd werden aangemoedigd ongeacht de score, is iets heel positiefs voor het Belgische rugby. Buitenstaanders zullen oordelen op basis van het scorebord, maar wij voelen het momentum ten opzichte van Portugal."
Jens Torfs: "We moeten meer van deze wedstrijden spelen om te leren en te groeien"
Jens Torfs (30) draait al een tijdje mee bij de nationale ploeg. De profspeler in Frankrijk weet wat er nodig is om mee te kunnen strijden met landen als Roemenië: "Zij hebben de cultuur van het professionalisme, die wij nog moeten creëren als we in de toekomst op dat niveau willen komen."
Wat is het verschil tussen de 2 landen? "Zij zitten al jaren op het hoge niveau dat wij aan het zoeken zijn. Zij hebben veel meer spelers, die ook op een hoger niveau dan wij spelen. Wij moeten dat ritme nog zoeken. Onze eerste helft was heel sterk, maar in de tweede helft konden we dat ritme niet meer aanhouden. Daar moeten we op focussen."
"We moeten meer matchen spelen zoals deze. Daar leren we uit en zo kunnen we groeien." En die groeimarge is er, benadrukt Torfs. "Er zijn heel veel nieuwe spelers in de groep. Die doen het heel goed, we zijn er heel trots op. Wij moeten die helpen om te groeien."
Tegen Roemenië stonden er een drietal Belgische profs op het veld, Torfs is er daar een van: "Dat is een heel grote stap, maar we moeten die proberen beetje bij beetje zo klein mogelijk te maken."
"Maar je ziet meer en meer jonge spelers die meedoen op het hoogste niveau. In de toekomst ziet het er goed uit voor het Belgisch rugby."
Torfs kan vergelijken met 5 en 10 jaar geleden. "Je ziet dat we als ploeg en als federatie aan het groeien zijn. Het stadion zat ook vol. De mensen moeten blijven komen, dan kunnen we in de toekomst goede matchen spelen tegen landen als Roemenië."
De droom is het WK 2027, tot nu onbereikbaar voor ons land. "We proberen dat te bereiken. Maar dan moeten we meer matchen als deze hebben."
Muziekstudent speelt rugby
Portugal en Roemenië spelen over 6 maanden het WK in Frankrijk, het niveauverschil met België, dat geen profcompetitie heeft, kan niet duidelijker zijn. De interlands zijn een goede leerschool voor de nieuwkomers bij de Zwarte Duivels die nog geen prof zijn.
Toon Deceuninck is zo iemand. Hij studeert muziektheorie aan het conservatorium en hij moet zelf lachen om die rare combinatie. "Er zijn er niet veel die dit doen, denk ik, maar je moet je passies volgen. Ik schrijf muziek, dus doe geen bepaald instrument, het is vooral op papier."
Die werelden kunnen niet verder uit elkaar liggen "Het is ongewoon, maar dat maakt mij niet uit."
Op de vraag of België het WK 2027 haalt, klinkt het stellig: "Ja. We zijn jong, er is veel talent, we hebben een goede staf. We hebben nog 4 jaar om daaraan te werken. Portugal is het beste voorbeeld: 2 à 3 jaar geleden won België daar nog tegen. Alles kan, we moeten erin geloven en blijven bouwen."
Bondscoach: "Wereldbeker 2027 is geen utopie"
Mike Ford, die al assistent was bij de topnaties Engeland en Ierland, weet dat er voor de WK-droom in 2027 nog een lange weg te bewandelen is. "De bond weet dat het Belgische rugby iets moet bereiken, wat het nog nooit bereikt heeft. En daarvoor moet je wellicht iets nieuws doen."
"Het grote verschil met landen als Portugal en Roemenië is het profbestaan. Die coaches hebben hun spelers veel meer ter beschikking. Zo kunnen ze ook fitter worden. Maar als Portugal naar de Wereldbeker kan, dan België ook."
"Het bestuur is bereid om alles in het werk te stellen om uiteindelijk te kunnen wedijveren met de subtop. Ik vind dat een mooie ambitie. Alle neuzen staan in dezelfde richting."
"We kunnen heel wat positieve zaken op poten zetten de komende 4 jaar in de nieuwe WK-cyclus. Dat is het plan. We weten waar we nu staan en waar we naartoe willen. Met de vechtlust zit het alvast goed, als ik de spelers meer kan zien, kunnen we snel groeien. 2027 is dan helemaal geen utopie."
Ford stond met de beste spelers ter wereld op het veld bij Engeland en Ierland, wat is het verschil met de amateurs van België? "Het is verfrissend. Soms zag ik daar een speler die niet betrokken was. Hier komt iedereen omdat ze betrokken zijn. Dat geeft zin om ze nog meer te helpen. Daarom ben ik hier: om te helpen en advies te geven. Niet alleen aan de spelers, maar ook aan de coaches, de rugbybond."