Vluchtende sterren, falende clubs en afgeschermde locaties: de bizarre herstart van het Chinese voetbal
Geen vedette die er nog wil voetballen - het is ooit anders geweest. Vandaag herbegint de Chinese voetbalcompetitie na maandenlang uitstel door de coronacrisis. Alleen: monsterlonen vallen er niet meer te verdienen, sterren zijn er niet meer te zien en de omstandigheden zijn bedenkelijk.
Zullen we de razendsnelle implosie van het Chinese voetbal nog eens kort samenvatten?
In een niet zo’n ver verleden was het land nog de droombestemming voor voetballers die met één handtekening de financiële jackpot wilden binnenhalen.
Topvoetballers trokken in colonne naar het Oosten - inclusief een handvol Rode Duivels zoals Axel Witsel en Yannick Carrasco.
Maar door de teloorgang van de Chinese vastgoedsector - geldschieter bij veel clubs - en de coronacrisis stortte het voetbalsprookje als een kaartenhuisje in elkaar.
Door de introductie van een salarisplafond van 3 miljoen euro zoeken snelverdieners nu bovendien liever in de woestijn hun geld.
Hermetisch afgesloten stadions
Soit, het Chinese voetbal moet verder.
Vandaag hervat de competitie eindelijk na maanden van onzekerheid. De voorziene start in april was geen optie meer door de woekerende coronacrisis en het daaraan gekoppelde Chinese zerocovid-beleid.
Dat zal zich nog steeds bijzonder hard laten voelen tijdens het seizoen. Geen normale competitie, wel 18 ploegen verdeeld in drie groepen. Zij spelen al hun matchen in hermetisch afgesloten stadions op gecentraliseerde locaties - wellicht zonder fans. Nadien wordt er “doorgeschoven”.
Van echte vrijheid is er dus allerminst sprake. Spelers die sinds 2020 al jaren pendelen tussen hotels, stadions en trainingsvelden zullen dus nog even in hun gouden kooi blijven vastzitten.
Vluchten voor de werkelijkheid
Een extra reden voor toppers om, naast de gekelderde salarissen, China zoveel mogelijk te mijden.
Wie de trekpleisters tegenwoordig nog zijn?
De Braziliaan Oscar (ex-Chelsea). Al wacht trainer en oude bekende Ivan Leko nog steeds tot zijn vedette neerstrijkt in Shanghai. Een speler op de vlucht voor de werkelijkheid, lijkt het.
Na Oscar zijn de grootste namen trouwens Nicolae Stanciu (ex-Anderlecht), Frank Acheampong (eveneens ex-Anderlecht) en Aaron Mooy. Daar word je niet meteen warm van.
Én natuurlijk Marouane Fellaini - last Belgian standing in China. Vorig jaar kroonde hij zich met Shandong Taishan tot kampioen en bekerwinnaar.
Maar waar is de tijd dat ze in China van Ronaldo en Messi droomden?
16 maanden zonder loon
Beterschap hangt allerminst in de lucht.
Door de coronacrisis komt het water de overgebleven clubs tot de lippen. Vorige week trok Chongqing Athletic nog de stekker eruit net voor de competitiestart.
Spelers hadden al 16 maanden geen loon meer gekregen. Velen onder hen moesten geld lenen of bijklussen om rond te kunnen komen. Naar verluidt beschikte de club zelfs over geen eigen veld meer.
Ook rond andere clubs hangt een sluier van twijfel. Zo miste Guangzhou City, ex-club van Mousa Dembélé, zijn vliegtuig naar competitiebubbel Haikou. Volgens de officiële communicatie door coronaproblemen, maar insiders vermoeden financiële moeilijkheden.
U merkt: het belooft een lang seizoen te worden in China…
