Tim Merlier heeft zijn start in Parijs-Nice niet gemist. 2 keer massasprint, 2 keer winst. Dat deed hij telkens door gebruik te maken van zijn lead-out Bert Van Lerberghe, maar niet door in zijn wiel te gaan zitten. Merlier kwam twee keer van iets verder. Onze commentatoren gingen wat dieper in op de tactiek-Merlier, of moeten we het de tactiek-Van Lerberghe noemen?
Met een 2 op 2 is Tim Merlier perfect begonnen aan Parijs-Nice. In de massasprint kwam er niemand in de buurt van onze landgenoot, die twee keer kon rekenen op de steun van zijn vaste loods Bert Van Lerberghe.
De manier waarop Merlier zijn lead-out gebruikt, is wel wat apart. Hij laat Van Lerberghe op kop van het peloton rijden, terwijl hijzelf een paar plekken verderop klaar zit om zijn sprint te lanceren.
Tijdens de tweede etappe analyseerden onze commentatoren Renaat Schotte en Sep Vanmarcke de sprinttechniek.
Renaat: "Rit 1 kende een wat atypische afloop: er was geen dominerende sprinterstrein, waardoor we gezien hebben wat we gezien hebben. Al was er wel een goede lead-out Van Lerberghe."
"Maar Merlier zat niet in het spoor van zijn loods, waardoor hij op eigen kracht moest zoeken naar een opening, die er wel kwam. Misschien met een beetje dank aan de vriendelijke concurrentie - want voor hetzelfde geld had de deur zich gesloten."
Tim Merlier en Bert Van Lerberghe vinden elkaar heel goed en Tim volgt Bert zijn beslissingen in volle finale.
Sep: "De opening was aan het sluiten door Timo Kielich op dat moment. Tim kwam er net op tijd langs. Tim en Bert zaten niet samen, maar dat doen ze wel vaker. Dat doen ze al jaren zo."
"In het interview na de wedstrijd zei Bert dat ze in de laatste bocht naast elkaar reden en hij zei tegen Tim: "Blijf hier zitten en ik ga de sprint aantrekken." En zo doen ze het vaker. Tim doet zijn sprint vanuit vierde of vijfde stelling, terwijl Bert aan het aantrekken is. Dat is de bedoeling om de boel te lanceren en dan kan Tim van achteruit komen."
Renaat: "Mogen we dat een systeem noemen: de tactiek-Merlier?"
Sep: "Ja, en ik denk dat je zelfs mag zeggen: de tactiek-Van Lerberghe. Zij hebben vroeger misschien een discussie daarover gehad. Maar ze vinden elkaar heel goed en Tim volgt Bert zijn beslissingen in volle finale."
"Op dat moment moet ook de lead-out-man beslissingen durven te nemen, die uiteindelijk goed komen voor de sprinter zelf. Als het perfect loopt, zou de sprinter zou weinig mogelijk zelf moeten nadenken en pas de laatste 500 meter zelf zijn manoeuvres moeten gaan maken."
"Tot dan moet hij kunnen vertrouwen op zijn lead-out."
Wat doen de andere sprinters?
Renaat: "Die aanpak van Merlier, is die ook weggelegd voor andere sprinters - of kan je dat enkel met de kwaliteiten van Merlier?"
Sep: "Een Jordi Meeus moet dat ook kunnen. Moet het ook doen, want hij heeft niet altijd een volwaardige lead-out. Jordi is ook een sterke sprinter, met een sterk vermogen en kan ideaal zijn sprint rijden vanuit vierde of vijfde stelling."
"Misschien zelfs iets verder als het nodig is. Jonathan Milan daartegenover heeft het systeem van André Greipel nodig met een hele trein voor hem. Hij heeft het vermogen om de renners uit de achtergrond op te vangen."
Renaat: "Jasper Philipsen rekent misschien meer op een lead-out?"
Sep: "Inderdaad, maar hij kan het ook vanuit de achtergrond. Philipsen heeft graag een lead-out en die is specifieker dan bij anderen. Bij Philipsen mag het een lead-out zijn met veel acceleratievermogen zoals met Mathieu van der Poel of Kaden Groves, waar veel sprinters zoals Tim Merlier graag iemand hebben die heel lang een sprint kan inleiden."
"Bert Van Lerberghe heeft een fantastisch vermogen voor 30 seconden, maar misschien niet die absolute peak power zoals een echte sprinter. De meeste sprinters worden graag op die manier gebracht, omdat ze de benen kunnen sparen."
"Dat terwijl Philipsen het helemaal niet erg vindt als er iemand op 500 meter vol aangaat. Hij kan volgen en gebruikt dat om de rest moe te maken."