Niet één, maar twee keer belogen en bedrogen. Deinze is dit seizoen van de hel naar de hemel en weer teruggegaan. De club werd eerst in de steek gelaten door haar eigenaar uit Singapore, daarna opnieuw voorgelogen door zijn nieuwe geldschieter. Een dubbele zwendel die de club tot een faillissement dwong. Een reconstructie van maanden vol miserie voor Deinze.
Vandaag viel het doek over Deinze, maar het onheil was eigenlijk maanden geleden al geschied.
In augustus stonden de toenmalige Singaporese eigenaars van de club, het collectief van de ACA Football Partners, nog breedglimlachend op de spelersvoorstelling. Als enige tweedeklasser spraken ze de woorden "wij willen dit seizoen promoveren" resoluut uit.
Sportief had Deinze zich ook versterkt met gerenommeerde waarden als Thibaut Van Acker en Tuur Dierickx. In de dug-out pakte Deinze zelfs uit met Hernan Losada, die een leger aan Spaanse assistenten meebracht naar de Dakota Arena.
Nooit was het geloof bij de aanhang groter dan deze zomer, maar wat niemand bij Deinze toen al wist: de Singaporezen planden op dat moment stiekem al hun aftocht.
Singaporese smoesjes
Want, wat bleek: door een marktcrash overzees moesten de ACA Football Partners hun middelen grondig herzien. Een verlieslatende voetbalclub als Deinze was een te dure hobby geworden.
Al voor het begin van dit seizoen waren de eigenaars tot die conclusie gekomen, maar toch probeerden ze zo lang mogelijk de schijn hoog te houden. Nooit werd concreet aan de club of spelers gezegd dat er financiële problemen waren, nooit kwam er een duidelijke uitleg.
Ook de licentiecommissie werd in de zomer nog om de tuin geleid met de belofte van een werkingsbudget van ruim zes miljoen euro voor dit seizoen.
Maar week na week kwamen alarmerende signalen naar buiten: de brouwer had meer dan 50.000 euro aan openstaande facturen, de jeugdtrainers werden financieel verwaarloosd, de spelers kregen plots geen lunch meer op de club, fysio's verlieten de club, auto's moesten ingeleverd worden en zelfs de terreinverzorger zag zijn grasmachine plots opgehaald worden omdat de leasingmaatschappij geen geld meer kreeg.
En dan heb ik besloten: pourquoi pas? Allez, on y va!
De club werd meteen ook onder het verstrengde toezicht van de licentiecommissie geplaatst en kreeg prompt een transferverbod opgelegd.
Vanaf dat moment - we zijn ongeveer midden september - konden de eigenaars zich niet meer verstoppen en zou het plots zeer snel bergaf gaan met de club.
Nog geen twee weken later draaiden de Singaporezen, die nergens nog te bespeuren waren op de club, de geldkraan ook volledig dicht. Zo bleef Deinze achter zonder bestuur, zonder geld en met een brandende deadline: de club moest drie weken later al met een nieuwe overnemer op de proppen komen, anders dreigde het einde verhaal te zijn.
En pittig detail: de schulden bedroegen toen al ruim twee miljoen euro.
Dat de supporters in tranen achterbleven in de tribune na de volgende wedstrijd, omdat ze dachten dat het de laatste keer geweest was, was alleszeggend.
Wie in godsnaam zou de club op deze korte tijdspanne en met die berg schulden willen overnemen?
Levenslijn uit Luxemburg
Wel, dat bleek Doudou Cissé, CEO van de Luxemburgse investeringsgroep AAD Invest Group, te zijn.
Nadat de vorige eigenaars als een dief in de nacht vertrokken waren uit Deinze, probeerden enkele medewerkers - onder wie communicatieverantwoordelijke Céline Mawet, die later beloond zou worden met de taak van CEO - de ploeg toch nog te redden.
Op zoek naar een nieuwe investeerder kwam Deinze al snel in contact met de flamboyante Waal, die na enkele verkennende gesprekken besliste om zijn schouders onder het project te zetten. Op 6 november kocht Cissé de club simpelweg voor een symbolische euro.
"Ik kende de club eigenlijk niet, maar hoe meer ik de situatie leerde kennen, hoe meer ik met de club begaan was. En dan heb ik besloten: pourquoi pas? Allez, on y va!", getuigde hij in een exclusief interview.
Niemand in Deinze wist eigenlijk goed wat hij deed of wie hij was, maar iedereen was al lang blij dat het einde van de club afgewend leek.
Cissé beloofde de schulden van de club ook af te lossen en hen zo van het faillissement te redden.
Tegen het personeel in Deinze en zelfs in de kleedkamer bij de spelers pronkte hij met het feit dat zijn AAD Invest Group een kapitaalverhoging van 75 miljoen euro wacht, waarvan een deel naar Deinze zou vloeien.
Alleen: steeds weigerde Cissé in te gaan op de oorsprong van het geld. "Ik wil geen info geven over middelen van anderen, van mijn partners", verweerde hij zich steeds.
Een teken aan de wand? Het weerhield hem er alvast niet van om beloftes te blijven maken. Op een gegeven moment stond hij op de club zelfs te zwaaien met een document waarop zou gestaan hebben dat er drie miljoen euro op de rekening van Deinze komt. Ook in berichtjes naar de overgebleven medewerkers in Deinze hield hij voet bij stuk.
Opnieuw voorgelogen
Maar zo snel de weken verstreken, zo vaak werden de deadlines van de beloofde betalingen ook verschoven door de clan-Cissé.
Noch de spelers, noch de medewerkers, noch de leveranciers kregen geld te zien. En zo stapelde de schuldenberg zich steeds hoger op. Een onhoudbare (financiële) situatie die de club al snel van hoop naar wanhoop dreef.
De spelersgroep ging in conclaaf en besliste midden november om collectief in staking te gaan. En ook de jeugdacademie bloedde langzamerhand leeg.
"Sorry, ik werk er niet meer", begint het merendeel van de telefoontjes wanneer we de laatste weken naar clubmedewerkers probeerden te bellen.
Maar een uitleg of een reactie van de nieuwe investeerders zelf over de situatie bleef uit. Hoe hard Cissé zich ervoor nog verdedigd had, zo oorverdovend stil bleef het toen Deinze ook verstrikt raakte in een juridische slag.
Enerzijds was er de licentiecommissie, die Deinze sportief strafte met dubbele puntenaftrek bovenop de transferstop. Anderzijds werd de club voor de Ondernemingsrechtbank van Gent gedaagd door 3 schuldeisers.
Daar kon hij zich niet meer verstoppen achter zijn woorden, daar moest aangetoond worden dat hij de financiële middelen had om de club uit het slop te trekken.
Maar uit goede bron hebben we vernomen dat Cissé de oorsprong van zijn middelen niet kon bewijzen bij de licentiecommissie, die hij een maand geleden nog voorgelogen had toen hij zijn jawoord gaf aan de club zelf. En ook in de Ondernemingsrechtbank konden de nodige financiële bewijzen wekenlang niet voorgelegd worden.
En zo werd Deinze niet één, maar twee keer voor voorgelogen. De laatste keer met fatale afloop.