Eén dag voor de tijdritstrijd losbarst op het WK wielrennen in Zürich heeft José De Cauwer zijn kennersoog gericht op het parcours. Van de volledig vlakke wegen gaat het naar de heuvelzone en terug. De hellingen lijken op het eerste gezicht wel mee te vallen. "Dit zijn heel mooie klimmen die thuishoren in een tijdrit", oordeelt De Cauwer.
Startplek met rijke geschiedenis
De elite mannen beginnen zondag aan hun tijdrit op een plek met veel geschiedenis: de wielerpiste van Oerlikon.
"Hier finishte altijd de Grote Prijs van Zürich", weet José De Cauwer nog. "Toen was dat een grote koers. Johan Museeuw heeft hier ooit gewonnen in de wereldbekertrui."
In de eerste hectometers zijn er meteen een paar vervelende bochten, maar De Cauwer nuanceert. "Misschien zullen de minder bekende wielerlanden een beetje stress hebben, maar als dit een probleem is, dan gaan ze meer problemen hebben."
Vlakke beginfase
De eerste 20 kilometer zijn bijna volledig vlak, op een goed lopend wegdek. "Het is prachtig asfalt, typisch Zwitsers", aldus De Cauwer.
"Is dat in het voordeel van Remco Evenepoel?", vraagt compagnon Maarten Vangramberen zich af.
"Alles wat positief is, is goed voor de beste. Alles wat negatief is, komt ook goed uit voor de betere. Er zijn hoogtemeters, meer dan voldoende om de echt goede tijdrijder naar boven te laten komen."
De Cauwer schat ook al even de kansen in van Evenepoel. "Van hem hebben we geen referenties nu, wel uit het verleden. Wat we vooral niet hebben is referenties van de concurrenten."
De winst die je op het vlakke neemt, verlies je in de heuvelzone.
En hoe deel je zo'n tijdrit best in? "Als je hier het verschil probeert te maken, loop je op een counter en verlies je. De winst die je hier neemt, verlies je in de heuvelzone."
"Renners moeten gebruik maken van een beter lopend stuk, maar je ziet vaak aan het einde dat sommigen die zich hebben dubbel geplooid tijd verliezen."
"Dit is een Remco Evenepoel-parcours", durft De Cauwer al te voorspellen. "In het middenrif moet je zorgen dat je geen tijd verliest, in zijn geval kan hij tijd nemen."
Vliegrijke heuvels
Dat middenrif gaat in enkele trapjes lichtjes bergop. "Dit zijn heel mooie klimmen", vindt José De Cauwer. "Ze kunnen thuishoren in een tijdrit."
"Hellingen met percentages van 8 of 9% horen eigenlijk niet thuis in een tijdrit. Tijdritten waarbij renners van fiets wisselen, dat vind ik erover."
De grootste last zou in plaats van de hellingsgraad een insect kunnen zijn: vliegende mieren tekenen present.
"Het krioelt ervan, maar ze gaan Remco niet kunnen volgen", lacht De Cauwer.
Verraderlijke afdaling
Wanneer de heuvels achter de rug zijn, volgt een pittige afdaling. Het zijn niet de bochten, maar het asfalt dat José De Cauwer opvalt.
"Wat eigenlijk straf is, is dat dit misschien wel het slechtste wegdek is van heel het parcours. Zwitserland staat bekend voor hun superasfalt, maar niet hier."
De uitdagende bochten mogen geen probleem vormen. "Ze hebben het verkend. Je weet waar je naartoe rijdt. Als je hier nog in de problemen komt, heb je geen goede parcoursverkenning gedaan."
Ook met de mogelijk natte omstandigheden op maandag moeten de beloften rekening houden. "Het komt op hetzelfde neer. Je kan niet verrast worden, omdat je hier bent geweest."
Finishen aan het water
Het Meer van Zürich is het epicentrum voor de wereldkampioenschappen tijdrijden. Richting de finish zijn er heel weinig bochten.
"Men noemt hem de aerokogel, dan is dit toch wel een strook voor de aerodynamica", schat De Cauwer de kansen van Evenepoel in.
"Het zijn allemaal tijdritstukken voor hem. Gaat hij daarom winnen? Dat is een andere vraag."
Tot slot kijkt De Cauwer nog naar de concurrenten van Evenepoel, met nadruk op Filippo Ganna en Joshua Tarling. "Ik weet het niet, ik heb geen referenties. Misschien zijn voor Tarling de hoogtemeters er wel te veel aan."
En wat met thuisrijder Stefan Küng? "Zijn naam staat hier regelmatig op de weg", zag De Cauwer. "Hij zal enorm gemotiveerd zijn, maar dat kan een nadeel zijn. Als er te veel druk is, lukt het zelden voor hem."