Zelden was een contrast zo opvallend. Terwijl Remco Evenepoel naar goud mocht knallen onder de Eiffeltoren, moeten de paralympiërs het stellen met een héél flauw afkooksel. Hun tijd- en wegritten gaan door in de voorstad Clichy-sous-Bois. "Fans kunnen er zelfs niet naar toilet, dat is toch jammer", baalde G-wielrenner Louis Clincke.
Met de Eiffeltoren op de achtergrond. Wat waren het fantastische beelden toen Remco Evenepoel in Parijs goud pakte op de olympische wegrit.
De paralympiërs keken hun ogen uit en droomden al van gelijkaardige scenario's. Zij mochten een maand later namelijk ook hun tijd- en wegritten afleggen in de Franse hoofdstad.
Alleen was er daarbij een pittig detail: niet het idyllische parcours tussen de bekendste monumenten van Frankrijk zou het decor van hun strijd worden, wel de voorstad Clichy-sous-Bois. Ver weg van alle Parijse praal, dus.
En dat is uiteraard een bittere pil voor de paralympische atleten. "Natuurlijk was ik niet zo blij", was G-wielrenner Louis Clincke eerlijk in Een dag in Parijs.
"Iedereen had dat mooie decor gewild. Dat is de ervaring van de Olympische Spelen en zo zag iedereen het ook op tv."
Je ziet iedereen bij die zotte locaties, maar tijdens de verkenning merkten we al dat dat bij ons niet het geval zou zijn.
De minder fraaie setting werd dan ook al snel een topic bij onze landgenoten in Parijs.
"Je ziet iedereen bij die zotte locaties, maar tijdens de verkenning merkten we al dat dat bij ons niet het geval zou zijn."
"Het kwam ook allemaal heel traag op gang, vonden we. De versieringen rond het parcours bijvoorbeeld. Of de plek waar de finish lag. De wegen waren ook niet echt goed. Ik ben de dag voor mijn wedstrijd nog onderuit gegaan op een olievlek."
Wel wat miserie, dus. Niet alleen voor de renners, maar ook voor de fans die hen kwamen toejuichen. Want van voorzieningen was in het voorstadje geen sprake.
"De supporters konden zelfs nergens naar toilet of iets eten of drinken. Dat is toch jammer", besloot Clincke.
Deugddoende berichten
En dan was er los van de setting ook sportief nog een ontgoocheling voor onze landgenoot.
Vierde worden, uitgerekend op een dag waarop het Belgische medailles regende. Het blijft de meest ondankbare plek na jaren voorbereiding.
"Een hele zomer lang zit je met dat ene moment in je hoofd, een medaille pakken. Ik heb veel stages met Ewoud Vromant gedaan en ik was natuurlijk superblij dat hij zilver pakte, maar ik had natuurlijk ook zelf graag een medaille gewild. Maar ik heb er alles aan gedaan", vertelde hij na afloop.
Ik had natuurlijk graag een medaille gepakt, maar het is al een mirakel dat ik hier geraakt ben.
Toch kan Clincke de ondankbare vierde plaats als geen ander relativeren. Hij ontsnapte in 2013 aan de dood toen hij op zijn motor aangereden werd en meer dan een jaar in het ziekenhuis lag.
"Het is een mirakel dat ik hier geraakt ben. Ik heb nu op Instagram berichten gekregen van dokters die me in 2013 geopereerd hebben: "Wow Louis, wie had dit gedacht." Het is heel fijn om zulke berichten te krijgen, ik draag die mensen allemaal in mijn hart."
Het magische decor was dan niet van de partij, een memorabele dag werd het uiteindelijk wel voor onze landgenoot.