Geen Lotte Kopecky en geschorste Shari Bossuyt in de ploegkoers, wel Hélène Hesters (19) en Katrijn De Clercq (22). Het jonge tweetal mag zich vrijdag bewijzen tussen de grote vrouwen. Ze willen meer doen dan de hoop vullen. "Afgelopen maand hebben we niks anders gedaan dan samen trainen", klinkt het bij de Belgische vrouwen.
Het wordt opboksen tegen de ervaren landen voor Hélène Hesters en Katrijn De Clercq. Het is pas hun tweede groot kampioenschap samen. Ze zien het vooral als een eer.
"Er is lange tijd onzekerheid geweest. De keuze was misschien al gemaakt, maar er was nooit echt duidelijkheid. Het doet enorm veel om hier te staan als 19-jarige tussen zoveel groot talent", vertelt Hesters.
Zij is nog maar 3 jaar bezig met wielrennen. "Ik had nooit gedacht om hier nu al te geraken. Het besef begint te komen."
De Clercq heeft al iets meer ervaring. Zo werd ze begin dit jaar nog 2e op het EK, toen samen met Lotte Kopecky.
"Ik ben nog altijd een van de jongste, maar ik ben wel drie jaar ouder dan Hélène. Af en toe merk je het nog, maar ze heeft enorm veel stappen gezet", aldus De Clercq.
Dromen van diploma
Als duo is het zeker niet hun eerste opdracht. Zo kroonden ze zich enkele weken geleden nog tot Europese kampioenen bij de beloften.
"We rijden nu een dik jaar samen en hebben 5 wedstrijden samen afgewerkt. Afgelopen maand hebben we niks anders gedaan dan samen trainen. Technisch zijn we allebei super sterk", zegt De Clercq.
"Zelfs bij een van de beste", vult Hesters aan. "Daarmee win je 10%, maar die andere 90% moeten ook nog gebeuren."
Snel zijn ze allebei, maar Hesters is de beste afwerker. "Ik kan enorm goed afzetten en de voorbereiding doen voor de sprint. Ik denk dat dat de ideale combinatie is", aldus De Clercq.
Het podium ligt meestal vast, maar daarachter is het echt speelbaar.
Statistiekenbureau Gracenote voorspelde een 3e plek in de ploegkoers. Volgens Hesters is dat wel heel optimistisch.
"Daar moet ergens een foutje gebeurd zijn. Ze zullen ons als elitekampioenen opgegeven hebben in plaats van bij de beloften. Vorig jaar waren we nog 13e op het WK."
"Er is echt niks van druk", beseft De Clercq. "We zijn underdogs in het peloton. Andere landen draaien verzetten rond die wij niet kunnen draaien."
Wat is dan de ambitie van de olympische debutanten? "Stiekem hopen we op een olympisch diploma. Het podium ligt meestal vast, maar daarachter is het echt speelbaar. Meestal liggen plek 5 tot 10 heel dicht bij elkaar."