De tientallen seconden hadden heel België op het puntje van de stoel. In een zenuwslopende krachtmeting op de piste in Roubaix vocht Lotte Kopecky terug uit een schijnbaar verloren positie. Hoe heeft de wereldkampioene alsnog de sprint naar haar hand gezet? Analiste Marijn de Vries laat haar licht schijnen op de bepalende fases.
Hoe heeft Lotte Kopecky dat geflikt? Vergis je niet: je bent niet de enige die het dacht na de razend spannende ontknoping in Parijs-Roubaix.
Van een schijnbaar verloren positie snelde ze zich op kracht naar de overwinning. Een machtsvertoon waar analiste Marijn de Vries enkel lof voor heeft.
"Hoe ze het hier afmaakt ... Ik ben diep onder de indruk", deelt ze bij Maarten Vangramberen.
Maar hoe heeft de wereldkampioene haar felbegeerde zege in de wacht gesleept?
Op kracht uit verloren, ingesloten positie
Als derde bolt Kopecky de piste in Roubaix op. Ze kiest het wiel van Marianne Vos, achter haar loert dat ander sprintwonder Elisa Balsamo.
De wereldkampioene laat zich uitzakken tot positie vier, om de boel goed te kunnen bestuderen. Al haar ervaring als pisterenster moet ze in de komende seconden aanspreken.
De bel geeft op dat moment aan dat de kopgroep de laatste ronde aanvat.
Maar in de voorlaatste bocht gebeurt iets waar elke sprinter voor vreest: Kopecky zit wat ingesloten aan de binnenkant.
"Eigenlijk is het ongelooflijk", vertelt Marijn de Vries over het moment. "Ze is de meest ervaren pistier, maar eigenlijk doet ze alles verkeerd wat ze verkeerd kan doen."
"Ze zit op dat moment niet in een goede positie."
Wanneer de laatste bocht eraan komt, ziet het er niet rooskleurig uit voor de Belgische.
Tot ze toch het gaatje vindt en haar overmacht etaleert.
"Ze heeft zo'n ongelooflijke versnelling", keek De Vries met grote ogen naar het moment.
"Ik denk dat de concurrentie niet helemaal meer op haar rekende. Je denkt: dit kan ze nooit meer redden. Maar ze had nog zo veel over ..."
Laat dat laatste een understatement zijn. Met een fietslengte voorsprong rondt Kopecky een huzarenstukje af in de buitenbocht, wat haar grote droom - de kassei op zak steken - realiteit maakt.
En de sprint? Die gaat de geschiedenisboeken in van het (Belgische) wielrennen.