Club Brugge heeft een stevige Scandinavische inbreng met 3 Denen, 2 Noren én een Noorse coach. Dat is ook de UEFA niet ontgaan. In de aanloop naar Molde-Club Brugge van vanavond stuurde het mediateam van de Europese voetbalbond Andreas Skov Olsen en Philip Zinckernagel naar een pannenkoekenhuisje. De twee hadden het onder meer over de verschillende rol van een trainer in Europa.
Ronny Deila is een Noor, net als Hugo Vetlesen en Antonio Nusa. En Club Brugge telt ook 3 Denen: Casper Nielsen, Andreas Skov Olsen en Philip Zinckernagel. Met die laatste twee ging de UEFA een pannenkoek eten voor zijn voorbeschouwend magazine op de Conference League-avond straks.
De twee spreken natuurlijk Deens onder elkaar. "Dat ik niet meer de enige Deen ben, geeft me een gerust gevoel", legt Skov Olsen uit. "Het is alsof je weg bent van huis, maar wel nog in Scandinavië."
Zinckernagel is aan zijn eerste seizoen in Brugge bezig, hij speelde voorheen bij Standard, maar ook in Engeland en Watford. Skov Olsen is zijn 3e seizoen bij Club, dat hem bij Bologna in Italië wegplukte.
In Engeland zit de coach in zijn kantoor. Je sprak niet met hem.
De middenvelders kunnen de verschillende voetbalculturen dan ook vergelijken. Ze wijzen daarbij op de rol van de trainer. "Ronny Deila is een geweldige kerel", klinkt het. "Hij heeft hetzelfde Scandinavische karakter als wij."
"Het verschil met buitenlandse coaches is groot. In Engeland was het normaal dat de coach in zijn kantoor zat. Je sprak niet met hem en je moest hem aanspreken met "sir" of "gaffer", vertelde Zinckernagel over zijn ervaring.
Skov Olsen moest in Italië "mister" zeggen. "Met Scandinavische coaches heb je meer een vriendschappelijke band. Dat is leuk."