De grens tussen solidariteit en groepsdruk is vaak dun. Zo gingen alle spelers van Antwerp dit weekend collectief achter het controversiële spandoek aan het adres van Marc Overmars staan. In Extra Time gingen de gasten op zoek naar de beweegredenen van de spelers.
Het beeld van de Antwerp-spelers die zich samen solidair achter het spandoek "Overmars, voor altijd achter je" schaarden na de thuismatch tegen Charleroi, domineerde de recente speeldag.
Dit gebaar diende als steunbetuiging aan hun technisch directeur, Marc Overmars, van wie de schorsing voor grensoverschrijdend gedrag bij Ajax onlangs wereldwijd werd bekrachtigd door de FIFA.
Het gebaar kon niet overal op bijval rekenen, Gert Verheyen nuanceert in Extra Time evenwel de verantwoordelijkheid van de spelers hierin: "Het staan achter zo'n spandoek als speler betekent niet per se dat je het eens bent met wat hij heeft gedaan, denk ik."
"Die perceptie creëer je nu natuurlijk. Maar je zou kunnen zeggen: wat hij heeft gedaan, is niet oké. Maar als vriend blijf ik hem wel steunen. Helaas gaat die nuance verloren op zo'n spandoek."
Als speler wordt vaak van je verwacht dat je aan zoiets gewoon meedoet.
En dan heb je ook nog de verwachtingen en de druk van het publiek. "Wanneer spelers iets samen vieren met de supporters, gebeuren er soms dingen waarover je achteraf nog eens goed moet nadenken. Dat is me ook al overkomen."
"Op dat moment sta je er te weinig bij stil en doe je dingen voor de supporters, niet voor jezelf. Als speler wordt vaak van je verwacht dat je aan zoiets gewoon meedoet."
"Het lijkt me inderdaad niet gemakkelijk om niet achter zo'n spandoek te gaan staan, terwijl je hele ploeg het wel doet", pikt Erik Van Looy, Antwerp-supporter die het tafereel vanuit de tribunes zag, in.
Toch had ook Van Looy gemengde gevoelens over de situatie: "Het was heel dubbel voor mij. Zo'n spandoek is iets heel visueels en de boodschap zal zeker tot in Nederland geraken, waar de slachtoffers wonen. Dat is heel vreemd."
"Anderzijds voel je dat de man in kwestie zeer geliefd is in de club en bij de spelers, en zij het nodig vonden om op deze manier hun steun te betuigen aan iemand die nu voldoende gestraft is, denk ik."
"Je merkt aan hem dat hij aan het boeten is voor wat hij heeft gedaan. Als hij een hand komt geven, voel je aan alles dat hij beseft dat zodra hij zijn rug heeft gedraaid, er over zijn fouten gesproken zal worden."
"Ik wil daarmee niet zeggen dat wat hij gedaan heeft niet fout is. Integendeel. Daarom blijft zo'n spandoek voor mij een zeer dubbel idee."