De sterren voor het WK in Glasgow: Belgen bij de vleet en let op de "M"
Een glazen bol hebben ze niet, maar onze juryleden hebben hun stoute schoenen aangetrokken voor het WK bij de profs in Glasgow. De favorieten zijn duidelijk, maar hoe verhouden ze zich tot elkaar? Dit is het oordeel van de Sporza-jury.
⭐⭐⭐
Mocht hij zelf aan de tekentafel gezeten hebben, dan zou Remco Evenepoel wellicht een andere omloop geboetseerd hebben dan het circuit in Glasgow. Maar met zijn status en met deze benen is Evenepoel op zowat elk parcours topfavoriet.
Rugnummer 1 reed dit seizoen 3 eendagskoersen en won die met glans: Luik-Bastenaken-Luik, het BK en de Clasica San Sebastian.
Treedt hij in de voetsporen van Georges Ronsse, Rik Van Steenbergen en Rik Van Looy met een tweede Belgische wereldtitel op een rij? In deze eeuw realiseerden Paolo Bettini, Peter Sagan en Julian Alaphilippe al een back-to-back.
De grootste concurrent draagt volgens onze jury hetzelfde shirt: Wout van Aert heeft op de recente kampioenschappen al een koffer vol medailles (4 keer zilver en 1 keer brons) verzameld, maar de kers op de taart ontbreekt.
Van Aert zou gevangen kunnen zitten in de Belgische tactische puzzel, maar onze jury is ervan overtuigd dat de kersverse vader zich tijdig zal kunnen bevrijden.
⭐⭐
Sinds het WK van 2014 is er een garantie: de voornaam van minstens een van de medaillewinnaars begint met een "M". Van Michal, over Michael tot Mark, Mads en Marc.
Na de nachtmerrie van vorig jaar in Australië moet Glasgow vonken geven voor - daar is de eerste M - Mathieu van der Poel.
Volgens zijn ploegbaas heeft hij zijn aanhoudend gekuch in Parijs gelaten en heeft de Spaanse zon MVDP een laatste zetje in de rug gegeven. Nederland snakt al sinds 1985 naar een opvolger van Joop Zoetemelk.
In 2019 stak Van der Poel zijn hand uit naar de regenboog, maar in een uitgeregend Yorkshire botste hij op Mads Pedersen.
De Deense betonblok was toen een verrassing en kon de mooiste trui door het coronavirus amper laten blinken. Pedersen reed na de Giro ook nog de Tour, maar leek er geenszins uitgeblust.
Een lege batterij zagen we wel bij Tadej Pogacar, maar de kampioen herpakte zich in de slotweek van de Tour de France nog razendsnel.
Pogacar stuurde zijn kat naar de criteriums, stormde op training de Col de la Madone op en vroeg een rugnummer aan voor Glasgow. Dat doet hij niet zomaar. Al heeft de Sloveen op een WK-wegrit nog nooit potten gebroken: 18e, 33e, 37e en 19e.
⭐
Mocht Glasgow 2023 uitdraaien op een sprint, dan heeft de Belgische equipe met Jasper Philipsen de snelste man op 2 wielen. Maar de groene trui heeft dit voorjaar in onder meer Brugge-De Panne en Parijs-Roubaix bewezen dat hij veel meer is dan een sprinter.
Hij hoeft dus niet te speculeren op dat ene eindschot en kan op het schaakbord van de bondscoach vroeger ingezet worden. De laatste groene trui die dat jaar ook wereldkampioen werd? Peter Sagan in 2016.
De Fransen hebben een tweevoudige ex-wereldkampioen in hun gelederen, maar bondscoach Thomas Voeckler speelt geen verstoppertje: Christophe Laporte is zijn speerpunt. De Fransman is na een slijtageslag nog altijd pijlsnel en kan het zoals in Dwars door Vlaanderen ook met een offensieve mindset afronden.
Tot voor de slotweek van de Tour zou wellicht niemand Kasper Asgreen op dit lijstje gezet hebben, maar na 2 aanvalsdagen is de Deen plots weer springlevend. De lawine aan bochten is niet meteen de specialiteit van het huis, maar ook Asgreen heeft bewezen dat zijn sprintsnelheid na een slopende koers puntgaaf is.
Dylan van Baarle zal vermoedelijk veel minder tuk zijn op gezelschap in de laatste rechte lijn. Als één iemand in dit peloton zijn instinct kan aanboren om op het juiste moment te demarreren, dan is het de Nederlandse kampioen wel. "Waar is Dylan?" is de vraag die zijn rivalen zich meestal pas stellen als het al te laat is.
De meest verrassende naam op de shortlist is wellicht Matteo Trentin. De Italiaan heeft dit schouderklopje wellicht te danken aan zijn Europese titel van 2018 in deze straten. Italië staat al droog sinds Alessandro Ballan in 2008. De enige medaille die de Azzurri sindsdien nog behaalden, was het zilver van uitgerekend Trentin in Harrogate in 2019.
Net niet en dark horses
Wie moet vrede nemen met een plekje op onze bank?
Door zijn wisselvalligheid kon Alberto Bettiol niet voldoende stemmen verzamelen, Fred Wright is misschien nog iets te groen achter zijn oren, Michal Kwiatkowski is de enige Pool en koerste tot vrijdag in zijn vaderland, Neilson Powless moet dat laatste stapje nog zetten en Olav Kooij is pas de derde in lijn bij Oranje.
Wie buiten de lijntjes wil kleuren, kan bij zijn tiercé verrassen met Aleksej Loetsenko, Alex Aranburu, Benoît Cosnefroy en Julian Alaphilippe.